Penhuisje naast de kerk in Schermerhorn. 1926 Kennelijk had hij de vrije hand bij het elek triciteitsbedrijf, want als je zijn ontwerpen naast elkaar zet, zijn er wel overeenkom sten, maar nooit twee dezelfde huisjes. Hij paste zijn ontwerp aan op de omgeving. Zo zijn ze er huisjes met een plat dak, een zadeldak met pannen, of zelfs met een pa rabolisch dak. Er zijn er die er niet bepaald 'oud' uitzien, maar dit zijn waarschijnlijk exemplaren die de tand des tijds niet door staan hebben, en waar een opknapbeurt aan te pas is gekomen. Apart is het tamelijk hoge trafohuisje in Graft aan de Dorpstraat no. 58. In Aker sloot staat een soortgelijk exemplaar, maar kijken we op detailniveau, dan zijn alleen de hoogte en de basale vorm punten van overeenkomst. Saillant is dat deze huisje, van het zgn. torenmodel, maar één jaar na elkaar zijn gebouwd in resp. 1918 en 1919. Overigens hadden deze twee huisjes nog een derde soortgelijk lid in de familie, en deze stond in Schermerhorn aan het Oos teinde. De afgebeelde foto stamt uit 1926 en hoewel niet zeker, zou het huisje dan ook zomaar van de hand van Van Loghem kunnen zijn geweest Wel is zeker dat het er inmiddels niet meer staat. Tegels Die van Loghem had het er dus maar druk mee; tachtig huisjes in vijfjaar tijd, en dat naast al zijn andere werk in de op komende tuinsteden van Haarlem, en an dere sociale woningbouwprojecten zoals het Amsterdamse Betondorp. In de aan wezige literatuur wordt een rechtstreeks verband gelegd tussen de architect en de haan- en hondtegels, wat zijn han delsmerk zou zijn geweest. Zoals eerder gesuggereerd kan het zijn dat hij de vrije hand heeft gehad, iets wat mogelijk re sulteerde in het onvaste patroon voor het al dan niet plaatsen van de tegels. Als we even terugkomen op het huisje in Graft, dan zien we bv. wel een naamtableau met geel geglazuurde tegels, maar de haan en de hond zijn nergens te beken- 39

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2014 | | pagina 39