zwaarder uitgevoerd zijn. Als de draden on der een bepaalde hoek staan, komen er veel meer krachten vrij. Het betonwerk moesten we daarom ook extra zwaar uitvoeren. Aan de mastvoeten in het weiland zie je dat niet, het is net als bij een ijsberg; negentig procent is onzichtbaar. Het eind in zicht In oktober 1967 werd de Beemster bereikt en kon fase twee van start: het oprichten van de masten zelf. Waren tot nog toe alle masten gebouwd door Nederlandse firma's als Kloos uit Kin derdijk en Mous uit het Friese Bakhuizen, deze lijn was gefabriceerd in Italië door Sal- demie S.p.A. De masten kwamen geheel in onderdelen aan en werden vanaf de grond opgebouwd. Het lattenwerk, zoals dit in het vakjargon heet, werd met bouten en moeren aan el kaar gezet en veel delen waren hanteerbaar. Voor delen die dat niet waren, werd in het middenstuk een soort tijdelijke vakwerk- mast mee omhoog gebouwd. Deze werd gebruikt om later, op grotere hoogte, de zwaardere onderdelen met hydraulische lie ren omhoog te takelen. Verzinken of galva niseren was nog niet erg gangbaar, dus ging de mast in een dikke laag grijze zinkmenie. Voor deze tweede fase van de bouw bleven de omstandigheden in dit drassige gebied onveranderd moeilijk. Dirk Verveer nog maals: "die mastenjongens hadden voor de gewoonte om de moersleutel met een bandje aan hun pols te bevestigen. Bij een van hen viel er zo'n sleutel evengoed naar beneden. Deze ging zo diep de grond in dat hij 'm nooit meer terug heeft gevonden. Het kabelwerk werd in de regel gedaan door Electron Breda, en de zogenaamde 'lijnwerkers' waren Italianen die in de kost lagen in Z.O. Beemster. Toen dit de hoofd redacteur van de Noord-Hollandse courant ter ore kwam, deed hij een ludieke oproep in de krant aan alle moeders om vooral hun dochters binnen te houden, dit in verband met de temperamentvolle reputatie die Italianen nu eenmaal hebben. Het leverde hem, kort nadat de klus geklaard was en de mannen weer thuis waren, een ansichtkaart op uit Italië. Hij werd vriendelijk bedankt voor de door hem gegenereerde aandacht. Mastdichtheid Er is veel gezegd en geschreven over de hoogspanningsleidingen. Er staan in Neder land een kleine 20.000 masten die samen goed zijn voor ongeveer 9000 kilometer hoogspanningslijn. De 'mastdichtheid' valt bij ons nog wel mee, maar kom je in deVol- Tussen Oterleek en Diemen staan 103 masten en dit tracé is een kleine dertig kilo meter lang. Vanuit het zgn. opstijgpunt Oterleek loopt deze lijn naar het zuidoos ten. Eerst wordt de Lange Molenweg gekruist en even verderop de Noordervaart. Bij de Molendijkgaat de lijn de Schermerringvaart en het Haviksdijkje over en komt dan achter Grootschermer uit. In de Eilandspolder zijn dan nog negen masten te gaan voordat ze over de Westdijk de Beemster ingaat. We zijn dan tweeëntwintig masten verder. Deze zgn. Deltamasten (vanwege de V-vorm) zijn net geen veertig meter hoog en dragen twee stroomcircuits van elk 150 Kv 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2014 | | pagina 15