li X danks de speciaal verbrede rupsen, zakte de bulldozer tijdens de eerste kennisma king met het zompige veen, al meteen een halve meter weg. Heien ging vanaf toen met een tweepoot, die overeind gehou den werd door tuidraden, bevestigd aan ingegraven spoorbielzen. Met een heiblok op stoom werden de speciaal vervaardigde, stalen heipalen (in feite waren het twee aan elkaar gelaste damwandprofïelen) de grond in gemept. Maar niet voordat er eerst even handmatig een gat van twee meter diep moest worden gegraven, zodat de paal uit zichzelf bleef staan. Soms was de grond zo drassig dat men beton in de palen bleef storten zonder dat deze vol raakte. Dirk Ver veer vertelt: "Bij Grootschermer hadden we een put waar we de palen maar niet vol kre gen. Waar het bleet1 We hadden geen idee. Uit arren moede heb ik toen 's avonds, samen met Co Visser, maar ergens een praam vol riet gekapt, en dat er eerst ingegooid. Uiteindelijk kregen we het voor elkaar. Het kwam dus veelal aan op inventiviteit, en daarbij was het ook nog eens ongelofelijk arbeidsintensief. Vooral als er sloten over gestoken moesten worden. Het smalspoor werd handmatig verlegd en lange, houten kespen werden met de stoomlier over de sloten getrokken. Met eindeloos veel stop hout en planken probeerde men te voor komen dat het hele zaakje onder het maai veld verdween. Waren de sloten te breed, dan werd er midden in de sloot een praam tot zinken gebracht en als een soort brug genhoofd gebruikt. Ondanks de moeilijke omstandigheden presteerden men het om soms drie funderingen per dag aan te leg gen. Maar zo'n tracé gaat niet alleen maar rechtdoor. Verveer: "aan hoekmasten en afspanmasten zat aanzienlijk meer werk. Je kunt in het landschap al zien dat ze groter en 14

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2014 | | pagina 14