van Grootschermer hier volledig in gevan
gen zit. Men bleef zich verzetten en het
P.E.N. verzocht toenmalig minister van Ver
keer en Waterstaat om ze daar in de Scher
mer een zgn. gedoogplicht op te leggen.
Dit dreigement en de invloed van enkele
zwaargewichten uit de Commissie Elektri
citeitswerken, deed de raad in Grootscher
mer, maar ook die in De Rijp, inzien dat het
vechten tegen de bierkaai was.
Wel werd er nog een drukbezochte bij
eenkomst georganiseerd. Met de belofte
dat de masten na verloop van tijd zouden
verdwijnen en ondergronds zouden gaan,
werden de inwoners van Grootschermer
gesust, of misschien met een kluitje in het
riet gestuurd. Er werd nadrukkelijk gesteld
dat het oprichten van de masten (i.p.v. on
der de grond) geen financiële, maar een
technische kwestie was.
Inmiddels vijfenveertig jaar verder weten
we beter: voor 150 Kv is het al lang tech
nisch mogelijk om te verkabelen (een
mooi woord voor onder de grond stop
pen), maar afgerond komt dit neer op 3.3.
miljoen euro de kilometer. Er kan dus voor
zichtig gesteld worden dat het financiële
plaatje heden ten dage wel degelijk van
belang is.
In 1968, bij zijn afscheid als burgemeester,
kreeg dhr. Driessen van de redactie van het
Noord-Hollands dagblad een ijzerzaag ca
deau, zodat hij tijdens zijn pensioen in alle
rust de masten om kon zagen.
Onkostenvergoedingen
Omdat het P.E.N. gelieerd was aan de
overheid, werden voor veel dingen scha
devergoedingen toegekend. Het blijft een
beetje giswerk wat een veehouder in die
beginperiode kreeg als compensatie voor
een mast op het land, echter, voor een sim
pel iets als het gebruik maken van het land
om er overheen te rijden, werd begin jaren
zestig, honderdtwintig gulden uitgekeerd.
De bouwers gingen overigens niet zacht
zinnig te werk. Als men met een machine
van de ene bouwput naar de andere reed,
dan ging dat via de kortste weg, dus soms
dwars door een aardappelveld. Het P.E.N.
betaalde was het credo, en er was zelfs een
speciaal mannetje voor aangesteld waar
men zich bij kon vervoegen als er schade
was. En dan was er nog de zogenaamde
'druipvergoeding'. Men had bedacht dat
regenwater, dat van de koperen kabels
afdroop, een negatieve invloed kon heb
ben op het gras daaronder. Giftig dus, en
dat werd afgekocht door er veertien cent
de vierkante meter voor te betalen. Leuk
bedacht, maar dat verdween mooi in de
zak van de boer, terwijl de koe nog steeds
onder de draden graasde. Voor consump
tiegewas gold een andere vergoeding.
Ook hier was dat op z'n minst discutabel
te noemen, want ondanks de vergoeding
was het helemaal niet zeker of het er min-
Doorsnede van
een kabel.
Aluminium van
buiten meteen
stalen kern
11