LEEGHWATER EN DE BUTSLOOT
Er is veel en vaak over Leeghwater geschreven, zowel lovend als kritisch. Deze keer geen oor
deel, maar slechts zijn bemoeienis met de bedijking en cartografie van de Dagebüller Bucht
(Butsloot). Deze maakte onderdeel uit van het waddengebied van Noord-Duitsland. Dit ge
bied had herhaaldelijk wateroverlast door overstromingen als gevolg van dijkbreuken of
hoog water. Je zou het gebied het Bangladesh van het noorden kunnen noemen.
Aanleiding is een boekfragment dat de
burgemeester van Graft-De Rijp in 2011
kreeg toegestuurd over de geschiedenis
van de Butloot. Het was genomen uit het
boek: Nordelbingen, Beitrage zur Heimatfor-
schung in Schleswig-Holstein/Hamburg und
Lübeck, band7, bladzijde 481 t/m 577.
De reden van toezending was het simpele
feit dat in het fragment Jan Adriaansz.
Leeghwater een aantal keren werd ge
noemd.
Het fragment betreft een verhaal uit 1928
met als titel:Zur GeschichtederBedeichung
und Kartographie der Dagebüller Bucht
van R.D. Baart de la Faille, medeauteur
was H. Jacoby uit Kiel (D).
De tekst is in het Duits gesteld en voor die
tijd in het gebruikelijke, Gotische schrift
gezet.
Een deel van het verhaal gaat over Leegh
water als cartograaf. Zijn kaart uit 1634, die
in de twintiger jaren was gevonden door
Dr. Harry Schmidt in het Rijksarchief in Den
Haag, was de aanleiding tot het verhaal.
Het gaat vooral in op de cartografie van
het voornoemde gebied en de cartografen
die daarbij een rol hebben gespeeld.
De geschiedenis loopt enigszins parallel
aan die van Cornelis Jansz. Allerts (1580-
1648), de Grafter bedijker van Pellworm/
Nordstrand (D), waarover in 1980 een na
jaarstentoonstelling plaatsvond in het Rij
per museum/In 't Houten Huis'.
In het boekje, dat daarbij uitkwam, ging
schrijver Lucas Aten al uitvoerig in op de
werkzaamheden van Leeghwater aan de
Bottschlot.
De Dagebüller Bucht werd rond 1620 'But-
Overzichtskaart Nederlandse- en
Duitse waddengebied.
sloot' (Bottschlott) genoemd; eigenlijk al
een beetje Nederlands, want het beteken
de simpelweg 'Buitensloot'. Strikt geno
men lag de Dagebüller Bucht als een baai,
even onder de tegenwoordige grens met
Denemarken, tussen het vasteland en de
voormalige eilanden Nordtoft, Galmsbüll,
Dagebüll en Fahretoft.
De Bottschlott (Butslooter Tief) was een
waaigat tussen het vasteland en het eiland
Fahretoft.
North
fries latui
Sddeu
Holst
friesland.
\''}Vest
frieslan<
HolUuid
Amsterdam
jiurrt