De laatste traan voor een slok brandewijn en een portie gezelligheid. Maar ook deze 'middenstand' kon uiteindelijk het hoofd niet boven water houden. In de tentoonstelling zijn leuke objecten tentoongesteld. De voorwerpen zijn afkomstig van inwoners van het Schermereiland uit de vorige eeuwen; van de timmerman, bak ker, melkventer, kaasmaker, naaister, onderwijzer, chirurgijn, turfsteker, tapper, schilder en gemeenteambtenaar. Uit het eens zo welvarende dorp ziet u o.a. het timmergereed schap, de zalfpotjes, het pootschopje en het bietenmes, het leesplankje en de houten schooltas, het speldenkussen en strijkglas, een koekplank, maar ook het boekje van melkboer Besse met daarin de eierenverkoop. Boekbespreking nieuwe boeken in de museumwinkel. De tentoonstelling Baarden,Traan en Blubber is opi2 april geopend door de directeur van het Scheepvaartmuseum en bijzonder hoogleraar Maritiem erfgoed en Maritieme geschiedenis, prof. dr.J.C.A. (Joost) Schokkenbroek. In de boekbespreking twee boeken van laatstgenoemde, beide uitgegeven bij Walburg pers. De laatste traan. Walvisvangst met de Willem Barentsz, 7946 - 7964, door Jaap R. Bruijn en Joost Schokkenbroek. Traan heeft niets te maken met de beruchte levertraan van vroeger. Walvistraan werd voor margarine gebruikt. Neder land had in 1945 voor zijn bevolking een levensgrote be hoefte aan vetten, maar had bijna geen deviezen om deze te kopen. Eigen walvisvangst bracht traan, kostte geen deviezen en le verde werkgelegenheid op. Een Amsterdams initiatief werd door Haagse ministeriële instanties omarmd. 'De Nederland- sche Maatschappij voor de Walvisvaart' onder directie van Vinke Co, stuurde tussen 1946 en 1964 achttien keer achter een het fabrieksschip de Willem Barendsz I en II, vergezeld van vangstboten, naar het Zuidpoolgebied om de grootste baleinwalvissen te vangen. Er is veel traan aangevoerd en tot margarine verwerkt, maar miljoenen aan staatssteun was daarbij onmisbaar. Toen die steun in 1961 wegviel, was het snel gedaan met de Nederlandse walvisvangst. De walvispopulaties waren veel kleiner geworden. Ook an dere landen moesten stoppen. In de International Whaling Commission nam Nederland vaak een geheel eigen plaats in. In totaal zijn er door de Willem Barendsz, het bekende schip met een gat achterin, 24.000 baleinwalvissen en 3.500 potvissen gevangen. Het schieten van deze dieren door Noorse gunners, de verwerking in de fabriek en de uit eindelijke financiële baten, komen in dit boek uitgebreid aan de orde. En daarnaast de samenstelling van de bemanningen en het scheepsleven in Antarctische wateren. 58

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2014 | | pagina 58