walvissen boven Spitsbergen. Schepen werden uitgerust en aangepast voor de walvis-
jacht. Baskische harpoeniers, speksnijders en sloepenvaarders werden aangetrokken om
de Rijpers het vak te leren. Zij voeren mee totdat Maarten Michielszoon als eerste Hol
landse harpoenier aangaf dat ook Hollanders de harpoen konden werpen.
In het begin van de 17e eeuw beheerden de reders van het Schermereiland 10 procent
van de Hollandse walvisvloot. Dit gaf veel werkgelegenheid; natuurlijk voor de beman
ning van de boten, maar ook de fabricage van touw, zeil, walvisgereedschap, proviand,
Het walvisspek werd in eerste instantie in de nederzetting Smeerenburg op het eiland
Amsterdam bij Spitsbergen tot traan gekookt. Dit was een zodanig succes dat er meer
dere kapers op de kust kwamen; de blubber werd voortaan in tonnen naar huis meege
nomen om in de Rijper traankokerijen verwerkt te worden. Van de baarden werden de
baleinen gebruikt voor allerlei toepassingen en zelfs de botten konden gebruikt worden
als hekpalen, de wervels als netverzwaarders.
Door overbevissing verdween de walvis uit de wateren rond Spitsbergen. De vangst
verplaatste zich naar het poolijs, met de gevaren van vastvriezen en kruiend ijs. In de
Franse tijd is een einde gekomen aan de Rijper walvisvaart en de vangstrechten werden
verkocht aan Japan!
Het museum In 't Houten Huis besteedt aandacht aan de walvisvaart door de eeuwen
heen; ook de strijd die we tegenwoordig voeren om juist de walvis te beschermen tegen
uitsterven. De schoolgaande jeugd uit De Rijp wordt in een educatieproject met alle
facetten rond de walvis geconfronteerd. Het lesmateriaal blijft in de zomervakantie voor
de jeugdige bezoekers beschikbaar.