KLEURTUSSEN DE KOEIEN: 55 JAAR TULPENTEELT IN GRAFT EN DE RIJP. Vijftig jaar geleden werd in De Rijp een afdeling opgerich t van de Koninklijke Algemeene Ver- eeniging voor Bloembollencultuur (KAVB). Enkele jaren daarvoor was bijzo'n dertig kwekers de bloembollenteelt van start gegaan. Anno 2014 telt Graft-De Rijp nog slechts twee bedrij ven die tulpen telen en broeien. Dit artikel vertelt hoe de tulp kleur gaf aan de geschiedenis van Graft-De Rijp. Koeien en groente bepaalden het beeld van agrarisch Graft en De Rijp in de jaren vijftig van de twintigste eeuw. Deels ge beurde dat op de kleine percelen in de Ei landspolder, deels ten zuiden van het dorp. En toen kwam de tulp. Eind jaren vijftig konden belangstellenden via de Aardappel Bewaar Centrale (ABC) uit Graft teeltrecht kopen voor een oppervlakte van 50 zoge naamde Rijnlandse Roeden. Dit is een oude oppervlaktemaat ter grootte van ongeveer 14 m2die heden ten dage nog steeds ge bruikt wordt in de bloembollenteelt. Met een kleine 700 m2 per teler begon het dus allemaal heel bescheiden en was de tul penteelt ook nog aan strikte regels gebon den. Niet iedereen kon zomaar een wille keurige oppervlakte tulpen gaan telen. Het teeltrecht, dat al een wat langere periode bestond, was niet in agrarische handen, maar in die van beleggers. Met het kopen van het teeltrecht probeerde men wild groei en eventuele overproductie tegen te gaan. Dit eerste lukte aanvankelijk redelijk, maar in latere jaren heeft men wel te kam pen gehad met overproductie, waardoor de prijzen onder druk kwamen te staan. In het midden van de jaren zestig stemden de bollentelers voor afschaffing van dit teeltrecht, en dit werd gehonoreerd. Onge veer dertig bedrijven namen de (over)stap en gingen met deze nieuwe teelt aan de slag. Kennis was er eigenlijk niet, maar daar kwam snel verandering in, toen er cursus sen werden gegeven door Cor Schoutsen, die als leraar verbonden was aan de Rijks Middelbare Tuinbouwschool te Hoorn. Hij bracht de aspirant telers de fijne kneepjes van het vak bij. Onder de bedrijven die met tulpen startten waren ook de broers Henk en Piet Poel, die weliswaar van huis uit veehouders waren, maar via Piet's zwager Jaap Groot ook met de tulpenteelt in aanraking kwamen. Jaap Groot bezat dit teeltrecht, en samen richt ten zij het bedrijf Fa. Groot-Poel op. In 1959 gingen bij hen, achter de boerderij aan de Zuiddijk, de eerste tulpen de grond in. Het betrof cultivars (ook wel soorten genoemd) als'Red Giant','Golden Eddy'en'Paris'. Soor ten die ondertussen voor de consument al lang al uitgestorven zijn en alleen nog be staan in de Hortus Bulborum te Limmen. Piet Poel (88), bollenteler van het eerste uur, vertelt: "aanvankelijk viel het telen niet mee. De grond rondom De Rijp bleek niet erg geschikt voor de tulpenteelt. Niet elk jaar leverde een mooie opbrengst op en als er dan ook nog eens een keer hagel viel, dan mocht je blij zijn dat er ook nog koeien waren die nog wel wat geld in het laatje brachten". De naastgelegen polder De Beemster bood uitkomst. In 1964 werd daar het waterpeil verlaagd, waardoor er goede grond be schikbaar kwam voor de tulpenteelt. Vrij wel alle telers uit De Rijp gingen de dijk over naar De Beemster. Een enkeling ging naar de Noordeindermeer wat ook redelijk goede bollengrond is.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2014 | | pagina 37