's Zomers gingen schoonpa en ma wel twee weken op vakantie en een van de broers van mijn vrouw nam dan de hon neurs waar. Dit boerenbedrijfje had allerlei ingebakken regeltjes die - in ieder geval door mijn schoonouders - allemaal strikt werden nageleefd. Zo gingen de koeien al tijd rond St. Maarten op stal en was dat ook altijd het moment dat ze een scheerbeurt kregen met een speciale koeientondeuse. Geen vreemden onder de koeien'was ook zo'n regeltje, en ondanks dat ik al een paar jaar dikke verkering had, viel ik nog steeds onder die categorie. Mijn zwager, die al lang blij was dat er iemand wilde helpen, maakte maar al te graag een uitzondering op deze regel. Toch viel het lang niet mee, dat melken. Met een doekje werden de spenen schoon gemaakt en er moest voorgemolken wor den. Hier werd dit 'worpelen' genoemd. Dit was eigenlijk niet meer dan de spenen even voorbewerken om ze van eventueel geklonterde melk en verontreinigingen te ontdoen. Maar hoe ik ook probeerde, ik kreeg er niets uit. Mijn vriendin daarente gen was daar zeer bedreven in, en kon er ook aardig mee richten. Ondergetekende heeft slechts één keer de volle laag in z'n gezicht gekregen, daarna nooit meer. Regeltjes, regeltjes Lang heeft de Nederlandse boer aan kun nen rommelen. Er was natuurlijk wel de co- operatie die controleerde en de toenmalige melkcontrolestations, maar langzamerhand begon men van de regering uit allerlei re geltjes in te voeren. Dit had tot gevolg dat ook de coöperatie waarbij hij aangesloten was, zich begon te roeren. Het moest hy giënischer, goedkoper en vooral sneller. Plotseling, na jarenlange trouwe dienst, paste de melkbus ineens niet meer in het boerenbedrijf-plaatje. Dit was een omscha keling waar mijn schoonvader op z'n zachtst gezegd niet blij mee was. Dat het het werk een stuk lichter maakte (geen bussen meer de klucht op duwen in een karretje) deerde hem niet, er kleefden in zijn ogen meer na delen aan dan voordelen. Want waar moest dat betegelde tanklokaal komen? En zo'n loodzware tankwagen achterom zag hij ook niet zitten: "je ziet de scheuren in de muren vliegen", ik hoor het hem nog zeggen. Maar hij hield het niet tegen. Het ophalen van bussen stopte gewoon, een vrachtwagen kwam de tank brengen en voortaan moest eer tankwagen zich een paar keer per week door de smalle poort wurmen. Het was stik ken of slikken. Het goed lezen van de nieuwe bepalingen leverde nog wel een winstpunt op: wie een tank op wielen bestelde, werd vrijgesteld van de regel deze te stallen in een betegel de ruimte. Zo kreeg het ding een strategisch plekje onder het afdak, tussen stal en melk- schuur. Toen kwam de superheffing. Ik weet nog een jaar dat ze over de limiet dreigden te gaan. Er verdwenen een x- aantal liters in de mestkelder, maar ik zie mijn schoonmoeder ook nog met een ouderwetse karnton voor de kachel zitten om boter te maken. Een vetpot was het allerminst. Bewerkelijk dat wel, en dat had ik al heel gauw door. De groep werd twee keer per dag met een panschop leeggehaald, waarna het met een kruiwagen achter op een mesthoop werd gestort. Overigens lag er in een van de schu ren wel een zgn. mestketting. Deze zou de mest automatisch naar buiten transporte ren, maar ja, de mestbelt lag wel wat ver van de achterdeur; dat zou een verbouwing en een hoop ongemak vergen, dus dat werd niet gedaan. Mijn schoonvader liet de din gen graag bij het oude. Onder het afdak was een soort grondwa- terput, die het'loosie' werd genoemd. Hier

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2014 | | pagina 26