VROEGER WAS ALLES BETER Toen ik in de herfst van 1987 in een Rijper etablissement mijn huidige vrouw tegenkwam, vertelde ze wel dat ze uit de Starnmeer kwam, maar niet dat dat van een 'boerenplaats'was. Natuurlijk was ik daar snel achter, en kan ik me mijn eerste bezoek nog goed herinneren. Als kind was ik wel vaker bij boeren'om huis' geweest. In de Kerkstraat zaten Piet en Dirk Bark. De lichtbruine loopstal die daar begin jaren zeventig verrees, was revolutionair voor die tijd. Op wat jongvee na, geen koei en meer binnen in de boerderij. Bij Henk Poel aan Zuiddijk kwam ik ook wel eens. Ik hoor m'n moeder nog zeggen: "Jongen, wat stink je, waar ben je geweest?" Die stolp van 'ome' Henk is tegenwoordig weliswaar koe- vrij, maar toen was deze rondom ingericht als koeienverblijf. Boven de koeien een doorzichtige (glazen?) melkleiding waar je de melk doorheen zag stromen. Deze lei ding baande zich een weg naar het tanklo kaal aan de voorkant waar, zodra je de deur opentrok, het geluid van een snerpende elektromotor je al begroette. niet alles, maar kuilgras is zo doordringend, daar gaat alles naar ruiken. Mijn (toen nog) vriendin was zich daar maar al te goed van bewust. Kleren die schoon uit de wasma chine kwamen, konden na een uur al naar kuilgras stinken. Als opgroeiende puber wil je dat natuurlijk niet, en helemaal niet als je naar de'grote stad'naar school ging. Boven op haar slaapkamertje leek het wel mee te vallen en dat was dan ook de meest ideale plek om haar jas te'bewaren! Het rook hier toch wel bovengemiddeld, en al snel vond ik de oorzaak. Mijn schoonva der sneed met de kuilgrassnijder een plak uit de kuil, en reed dan de tractor achteruit de dars in. Van daaruit voerde hij de koeien en kon het kuilgras binnen lekker uitwal- men in het verder plafondloze binnenwerk van de stolp. Eerste kennismaking Hoe anders was dat toen ik op die herfstdag in november 1987 de boer derij van mijn schoonvader in spé binnenliep. Hier leek de tijd wel stil te hebben gestaan. Het was een ruime stolpboerderij met een berg, een dars, een lange- en een korte koegang. Het bood plaats aan ongeveer tweeëntwintig dieren, die daar alleen winterdag stonden. Aan de voorkant de keuken, het woon/ slaapgedeelte en een voordeur, die voor het gemak ook uitkwam in de stal. Wat me direct opviel was de doordrin gende kuilgraslucht. Koeienmest is 23

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2014 | | pagina 23