Op grond van een kaart van Jan Barends uit 1631 tekende Leeghwater 'de Cae- rte ende voorbereijdinghe tot het Bedijcken ende droochmaken vande Polder van But- sloot. Alhier gestelt in cleijn formaet. Met den nieuwe dijck daer om ghebrocht. Om met Godes hulpe tot goed landt tebrengen ende in Cavelinghe testellen tot het behagen van- de E Heeren Dijkgraef ende Hemraden'. Daaronder volgde de psalm: "Nisi Dominus sedificaverit domum in vanum laborant qui sedifcant earn, psalm CCXXVI vers i" ("So de Heere het Huys niet en bouwt so arbeyden ist vergeefs, psalm 126 vers t"Deze psalm gebruikte hij eerder onder zijn prent van een Beemstermolen (1632) en later in zijn Haarlemmermeerboek (1641), het leek zijn lijfspreuk te zijn geworden. In een medaillon aan de onderzijde staat geschreven: 'Gedaen na t'exempelaer vam Mer Jan Beerntsz geadmiteert Landtmeter in Frieslandt 1633 Ende nu weder door Jan Adrijaensz Leechwater Ingenieur ende Mer Timmerman in de Ryp aldus ghecvopieert ende vermeerdert ANNO 1634'. Tekening van de Burchardivloed van 1634. Onder het medaillon schreef hij een Fran se zegen aan God: A Dieu Seul Honneur et Gloire', die hij later ook in zijn Haarlemmer- boek zou opnemen. Daaronder schreef hij aan wie de kaart toebehoorde en wie zijn opdrachtgever was: 'Caerte voor Mijn Heer Dijckgraef Jonckheer Diderick van Pallaes van der Starre'. Zowel Jan Barends als Jan Adriaansz. te kenden de kaart met het oosten naar de bovenzijde gericht, terwijl het toen al de gewoonte was de kaarten te tekenen met de noordpijl naar boven. Hij maakte er ook geen geheim van om de oorsprong van zijn kaart te melden: Jan Barends. Het lijkt erop dat Leeghwater niet constant bij de werken aanwezig was, omdat bekend is dat hij tussentijds andere werken verricht te in zijn thuisland en daarbuiten. Nauwelijks was de kaart gereed of Leeghwa ter en diens zoon Adriaen konden aan den lij ve ondervinden wat in deze contreien storm en hoogwater betekenden. In zijn Chronyke geeft hij een verslag van de Burchardivloed

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2014 | | pagina 18