In 1632 ging Leeghwater weer naar Slees-
wijk-Holstein. Met een octrooi op zak van
hertog Frederik III greisde hij samen met
de Deens georiënteerde Reynier Pauw die,
na zijn slecht afgelopen politieke loop
baan, zijn oude handel elders weer op
wilde pikken. Pauw was geen onbekende.
Hij deed financieel mee met droogmakin
gen en kende daardoor stadhouder Mau-
rits, die ook een vriend was van de Rijper
molenbouwer. Leeghwater's raadhuis van
De Rijp was zojuist gereedgekomen, de
drooglegging van de Schermer bevond
zich in de eindfase, dus moest hij ander
werk weten aan te pakken.
Aanleiding voor zijn gang naar dit ge
bied was natuurlijk de opdracht van de
octrooihouder Diderick van Pallaes van
der Sterre(n). Deze was zeer vermogend
en zocht naar winstgevende projecten,
vooral bij de actieve inpolderingen bij
Sleeswijk-Holstein. Diderick wilde daar
een graantje van meepikken en had daar
om Leeghwater, en wellicht ook Pauw,
verzocht om polshoogte te nemen. Zij
verbleven hoogstwaarschijnlijk op het
grotere eiland Föhr, tussen de eilanden
Sylt en Pellworm.
Bedijken en droogmaken
Dagebüller Bucht
Zoals eerder beschreven leek Leeghwater
Becker bij te staan bij de afsluiting van de
Butsloot en diens eerdere droogmakingen.
Vanaf 18 oktober 1610 ondergingen de ei
gendomsverhoudingen, binnen de kogen,
een verandering. Niet langer waren de aan-
wonenden voor de dijken verantwoorde
lijk, maar de octrooihouders (landheren).
Zij immers genoten de privileges van de
hertog voor hun bezit. De nieuw te verwer
ven gronden moesten worden opgemeten.
Leeghwater verrichtte deze nieuwe me
tingen over het vasteland en de eilanden.
Hem stond een groter te omdijken gebied
voor ogen, de gehele baai van de Dagebül
ler Bucht, waarmee hij aanmerkelijk verder
ging dan zijn collega Barends. De dijk van
bijna 16 kilometer was zodanig ontworpen
dat deze vanaf het vasteland van eiland
naar eiland liep, tot het aan de andere zijde
het vaste land weer bereikte. Een ambitieus
plan, doch Leeghwater had voor hetere vu
ren gestaan; de Beemster ringdijk was ten
slotte bijna 40 kilometer lang geworden. Bij
deze klus betrof het echter geen'stil'water,
maar kreeg
hij te maken
met getijden-
stromingen en
andere onder
gronden.
Kaartfragment
van Leeghwater
uit 1634.
De donkere lijn
is de beoogde
'Hollandsedijk'.