Het lijkt niet verwonderlijk dat Leeghwater
naar het 'Oostland'trok met zoveel spirituaIiën
en er ook nog een liefje op na wist te houden.
Christiaan Becker was in 1624 bij Börm,
Meggerdorf en Bergenhusen begonnen
met de aanleg van dijken en de bouw van
vier molens. Deze acties waren bedoeld
om het Börmer-Megger- en Bergenhuse-
nermeer droog te leggen. De meren waren
een soort overloopbekkens voor de rivier de
Sorge. In 1626 werd Leeghwater daarbij ge
haald om het verworven land op te meten.
Voor Becker werd het een mislukking, want
de kosten rezen de pan uit en gingen vier
keer over de kop. Het betekende het faillis
sementvoor Becker.
De meren werden, mede als gevolg van de
Dertigjarige Oorlog, weer aan de elementen
prijsgegeven. De hertog liet de dijken weer
doorsteken om een water- en verdedigings
linie te vormen tegen oprukkende troepen.
De bevolking, eerder beroofd van hun vis
water, hielp een handje door de molens en
sluizen met de grond gelijk te maken. Uit
eindelijk zijn de meren jaren later, met hulp
van Hamburgse en Sleeswijkse investeer
ders, weer drooggelegd.
Was dat de eerste keer dat Leeghwater naar
Noord-Duitsland trok, naar 'Oost-land', zoals
hij het noemde?
Hij schreef in zijn Haarlemmermeerboek:
'Nog ben ik mede verscheiden maal in Oost-
land geweest/in 'tgebiet van den Hertog van
Holstein om aldaar mede te helpen fabryken
ende ordineren zekere Moerassen ende Meeren
droog te maken /zo in 't ordineren van Dyken
Dammen Sluijzen Caajen Heulen Meuiens Mo-
lentogten Colken wateringen en andere affai-
ren /al tezamen dienenden tot zodanige wer
ken gelykin Hollantop veel plaatsen bekent is'.
In zijn lijst van bezochte (Duitse) plaatsen
zijn er vele genoemd. Of het verblijfplaat
sen of simpelweg plaatsen van doorreis
waren, staat er niet bij.
Leeghwater's molen bij Pellworm.
16