Wé De Markt in Friedrichstadt. Hoiiandse architectuur voert nog steeds de boventoon. In 1626 werden de Denen uit de hertog dommen Sleeswijk en Holstein verdreven. Vijf keizerlijke regimenten moesten op het welvarende schiereiland Eiderstedt worden ingekwartierd. Binnen korte tijd was het platteland uitgewoond en geruïneerd door de plunderende en brandstichtende solda ten. De zoon van Johan, Claas Rollwagen (1588- 1631), kreeg daarmee te maken toen die zich, na de dood van zijn vader, ging bemoeien met de dijksluiting van het Bottschlotter Tief. Hij stierf in 1631, na tien jaar aan de dijk te hebben gewerkt. De dijk weerstond de Burchardivloed van 1634, maar was nog niet gesloten. Zijn weduwe en drie kinderen, die in het Hof Freesmark (Frismoark) op Gottes- koog woonden, kwamen om in de golven. Ook Freesmark zelf verdween in de diepte. In 1620/21 kwam de Hollander Christiaan Becker naar Sleeswijk-Holstein en was een van de eerste burgers van Friederichstadt op het schiereiland Eiderstedt. De stad was door Frederik III gesticht met de hulp van gelovige en kapitaalkrachtige Hollanders, die bij hem meer vrijheid genoten. Op de gevel van de roze kerk staat in een gedenk steen geschreven: 'Gebouwd in 1624, door de stichters dezer stad, uitgewekenen uit Holland om der vrije godsdienst wille, genaamd Re monstranten.' Becker ontving op 18 november 1623, sa men met andere geïnteresseerden, een octrooi voor de bedijking van de Bucht. Vooralsnog is het dijkontwerp onbekend. Wel is er een handgetekende kaart bekend uit de verzameling van prof. Friedrich Mül- ler, die tussen 1618 en 1632 moet zijn gete kend, en kan duiden op het Becker octrooi. In dezelfde maand werden Becker en zijn vakgenoten ter bezichtiging rondgeleid door Rollwagen. 13

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2014 | | pagina 13