E.
Cartografie, inpolderingen en de
Hollanders die daarop afkwamen
Na 1511 kwamen de Nederlanders voor
dijkwerken en inpolderingen, en dat ging
nog ruim honderd jaar zo door. Meestal
bestonden de werkzaamheden uit lei-
ding- en uitvoering geven aan plaatselijk
werkvolk. De inlandse bevolking werd
verplicht gesteld om arbeid en materi
aal te leveren. De maatregelen werden
immers getroffen voor hun eigen lijfs
behoud. Omdat ze daadwerkelijk aan de
dijkopbouw meewerkten, meenden ze
daaraan ook rechten te mogen ontlenen
en te oordelen over de mate van inbreng
van buren of andere lotgenoten. Regel
matig braken daarover rellen uit, die het
werk bemoeilijkte, stagneerde of zelfs he
lemaal stopte.
Al honderden jaren waren tussen Dage-
büll en het vasteland stukken aan de zee
ontrokken en veranderd in kogen (pol
ders). Bij de komst van Leeghwater waren
jspggsgsir--x
Alter. Koog V Neukirctien Revtótt
yKlai^llJHeutirchen
H O RS B;UJL l H-A R D E
V lï i l!*
HorsÈOII,
KARRHA
Hostrup
Grelsbull^^H
^Emmélsbüll
Langsundloft 1450
KlebüM©Ó-/ KlLKtkj'l
Deezbuii 150
Oooeöuffer "w®
Mordloft
Galmsbuli
BÖKING HARDE
Bucht
Troiiebuii
wanrat
FahrefoM
Lecke
Borgumer Koe
Efkebull 1466-.^
Bolfhus V Bargum
Langenhomet Altenkoog
er al achttien kogen gevormd, waarvan
sommige wel eens opnieuw op elemen
ten moesten worden heroverd.
De cartografie van dit gebied, tot het
einde van 1600, was o.a. bekend door
Cornelius Antoniades, Gerhard Mercator
en Heinrich Rantzau. Echter, de kaarten
miste de fijne topografische details en
waren meer bedoeld als zeekaarten, de
zeehandel was immers belangrijker. De
kaarten van Laurentz Benedict uit 1541
en 1568 waren daarop een uitzondering.
Deze gaven preciezer de scheepsroutes
aan van Sleeswijk-Holstein naar Holland
v.v. Nog nauwkeuriger was de zeekaart
van de Enkhuizer stuurman Lucas Jansz.
Waghenaer uit 1585, waarop tevens de
vaardiepten stonden aangegeven.
De eerste voorbereidingen van 1566-68
om de Dagebüller Bucht door een dijk af
te sluiten, kwamen vermoedelijk ook van
Hollanders. Een eerste afdamming lijkt te
zijn gestart na een bezichtiging in
1570 door Hans de Oudere, hertog
van Schleswig-Holstein-Hadersle-
ben, doch ging bij de stormvloed
van 1573 verloren. Nieuwe pogin
gen in 1578 liepen op niets uit, en
de poging in 1580 werd uitgesteld
vanwege de dood van de hertog.
In 1583 begon men voor de tweede
keer met het afdammen van de
Bottschlooter Tief, doch het liep
wederom op een mislukking uit.
Deel van het Noord friese waddengebied
omstreeks 1500.
Otand
Ludlng-
Ockhplrn EmsttxM vLongenhom
Mo Altfin kiwi
10