Een dorpsfiguur, iedereen kenterweleen in zijn ofhaar omgeving. Vaakeen kleurrijkfiguur, of markante verschijning, die onlosmakelijk verbonden lijkt met het dorp waarin hij (want meestal zijn het mannen) woont. Toch lijken ze de laatste jaren wel wat dunner gezaaid. Voor de Kroniekredactie reden om eens in de archieven te duiken. Zwarte Dirk Koning (1905-1986) woonde aan het Zuideinde van Grootschermer. Het was een stille, vriendelijke, alleenwonende man, die z'n brood verdiende als losse ar beider bij de plaatselijke boeren. Het verhaal gaat dat Dirk had gewerkt in Oost-Duitsland, en na de oorlog zonder zijn verloofde terug was gekomen. Ook bij ons hielp Dirk mee bij alle voorko mende werkzaamheden. Als m'n vader een enkele keer niet kon melken, kwam Dirk ons (dochters Wiedijk) daarbij helpen. De koeien liepen dan bijv. op Zwarte Man (een weiland schuin tegenover De Knelve- laar). Wij voeren daar dan al heen met de melkbussen aan boord en waren al gestart met melken, als Dirk- voor ons gevoel veel te laat - kwam opdagen. We moesten namelijk weer op tijd terug zijn voor de melkrijder, die de melk op een bepaalde tijd kwam ophalen om naar de melkfabriek Neerlandia in Stompetoren te brengen. En je wilde niet dat de melk rijder al 'op de kant van sloot' op je stond te wachten. Dirk droeg geen overall, maar een blauwe broek en een blauw jasje. Zijn kleding zag er altijd redelijk schoon uit, want zo for muleerde Dirk dat:"kind, je moet van ja af werken!" In de hooitijd kwam Dirk ook helpen en dan liep hij met ontbloot bovenlijf en een strooitouwtje om zijn broek geknoopt, in het land. En hij wist iedereen te vermaken als hij ging koppeltje-duiken over de hooi hopen. Na een dag werken bleef Dirk ook graag een hapje mee-eten en even naar de te levisie kijken. Want dat was ook voor Dirk iets nieuws. Maarhij vond dat hij zelf ook wel een televisie in elkaar zou kunnen zetten. Dirk was namelijk zeer geïnteres seerd in techniek en eigenlijk een soort uitvinder. In zijn woning, waar hij maar een enkeling binnenliet (want hij hield waarschijnlijk niet van pottenkijkers), lagen overal uit elkaar gesloopte motoren en apparaten, waarmee Dirk nog 'iets van plan was'. Op een goede dag zagen we Dirk in een soort raderboot door de polder varen! Aan de zijkanten van zijn boot zaten schoe pen, die hij door een ingenieuze construc tie, en in het midden van z'n boot zittend, met z'n handen kon aandrijven door twee fietstrappers rond te draaien. Heel bijzonder! Als bescherming zette Dirk echt alles in de verlopen olie, z'n gereedschap, de motor onderdelen, z'n houten huis. En misschien zichzelf ook wel, want hij zag er altijd tanig en gebruind uit. Waarschijnlijk stond hij daarom ook bekend als Zwarte Dirk. 38

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2014 | | pagina 38