Ik drink
melk.
Jij ook?
Het PROBLEEM VAN DE MELKPLAS
De campagnes beginnen hun vruchten
af te werpen en - aangemoedigd door de
moeders - drinken de kinderen eind jaren
vijftig liters melk. Niet alleen de zuivelindus
trie heeft baat bij een verhoogde melkcon-
sumptie, ook het Ministerie van Landbouw
heeft hier behoefte aan en wordt geholpen
door opkomende landbouwsubsidies en
ook door technologische verbeteringen. De
boer die met een melkstoeltje aan zijn ach
terste gebonden, onder de koeien zit, begint
uit te sterven. De 'bussen' aan de weg raken
uit het straatbeeld. Er komen loopstallen en
tanklokalen en er wordt gemolken in carrou-
selmelkstallen. De melkrobot zou nog maar
een kwestie van tijd zijn. Gevolg: de zoge
naamde melkplas en boterberg. Deze laatste
probeerde men mooi op te lossen met de
zogenaamde goedkope kerstboter (koel-
huisboter) te gaan stunten, maar toen dat
niet genoeg zoden aan de dijk zette, werd het
massaal gedumpt op niet-Europese markten,
wat weer leidde tot een verstoring van de
markten aldaar. De toenmalige minister van
Landbouw zocht naar een oplossing en stel
de één miljoen gulden beschikbaar aan het
zuivelbureau. Met dit geld kon een men een
campagne op poten zetten die de jeugd (nog
meer) aan melk moest gaan binden.
Begin jaren zestig worden de M-brigades
langzaam ontmanteld. De campagne is een
groot succes, eigenlijk te groot. In 1960 zijn
er een half miljoen(!) brigadiers en de kosten
lopen dusdanig uit de klauwen dat er geld
bij moet. Het moet over een andere, goedko
pere, boeg.
Een Amsterdams reclamebureau kwam in
1964 via wijlen schrijver/ acteur Dimitri Fren-
kel Frank met het idee om een soort stripfï-
guurtje te maken die Joris Driepinter moest
gaan heten. Die 'drie pinten' kwamen nog
voort uit de tijd van de M-brigades. Jongeren
waren de doelgroep, want zij waren immers
■3 Mfi-, 'ost ta-fe. d-.-n p f j*4.
Joris Driepinter.
melkperdag
Drie glazen
toch al gewend
dat ze eigenlijk
drie glazen melk
per dag moes
ten drinken. Een
Deense ontwer
per/ illustrator te
kent Joris, en met
pakkende teksten
heeft hij (onder
kinderen) weldra
een naamsbe
kendheid van in
de negentig pro
cent. Het concept
was eenvoudig:
Joris is een held.
Als er ergens pro
blemen zijn dan lost hij ze op. Allemaal dank
zij die drie glazen melk per dag.
Beginjaren zeventig krijgt schoolmelk grote
concurrentie van de goedkope frisdranken
als cola en sinas. Merken als Raak en Riedel
buitelen over elkaar heen om maar als eerste
die (nieuwe) jonge doelgroep te bereiken.
Vanaf dat moment probeert het zuivelbu
reau melk echt als drankje in de markt te
zetten en niet meer alleen maar als iets wat
goed is voor de gezondheid.
Bemoeienissen van de Europese Unie
Met de opkomst van de frisdranken gaat het
aantal schoolmelkdeelnemers omlaag. Maar
gelukkig voor de zuivelindustrie grijpt de
EEG (tegenwoordig de Europese Unie) dan
in, en nemen zij in 1977 het subsidiëren van
schoolmelk voor hun rekening. Door deze
subsidieoplossing sneed het mes aan twee
kanten: het probleem van de overschotten
werd aangepakt en bovendien ging de be
volking een stuk positiever denken over een
nieuwe term die 'Europese samenwerking'
heette. Inmiddels weten we nu dat de over
heid onder de noemer: 'goed voor de volks-
36