leem van de M-brigades richting van het Nederlands Zuivelbureau in 1950 is reclame voor melk louter op moeders gericht. De boodschap is duidelijk: als je goed voor je gezin wil zorgen, hoort daar liter melk per persoon bij. "Drie vierde kan de man, als het kan". Ook worden de slagzinnen "Melk sterkt" en "Melk is goed voor elk" gebruikt. De campagne van het zuivelbureau, gericht op voorlichting en gezondheid, werkt goed. Voor de oorlog hebben de diverse zuivelor- ganisaties ook al samengewerkt, maar in 1950 slaan ze echt de handen ineen om zo collec tief hun zuivelproducten te promoten. Er zijn meer dan 500 zuivelcoöperaties in Nederland en de gedachte is dat het effectiever zal zijn om samen melk als product te promoten, en niet individueel ieder zijn eigen melkmerk. Iedereen aan de schoolmelk Als ergens het gezonde imago van melk naar voren komt, dan is het wel bij de schoolmelk. Er is een Centraal Schoolmelkcomité dat zelf standig opereert binnen het zuivelbureau. Al in 1935 wordt er in Nederland voor het eerst schoolmelk uitgedeeld. De melk wordt door de gemeente gesubsidieerd en kinderen krijgen het om hun conditie te verbeteren. Het betalen ging naar draagkracht en alleen de allerarmsten kregen het voor niks. In het 'speelkwartier' werd volop melk gedronken en - als we de onderzoeken moeten geloven - het lijkt effect te hebben; kinderen die melk op school melk krijgen, hebben een betere conditie. Vanaf 1937 is het Centraal Schoolmelkcomité dan ook bezig om gemeenten het belang van schoolmelk duidelijk te maken. Men voert argumenten aan als: 'een ochtend is lang en de concentratie zal verbeteren na het drinken van melk' en 'erzitten voedingsstoffen in die zeer belangrijk zijn voor het opgroeiende kind'. Als men toehapte, moest ook meteen de portemonnee worden getrokken. Eindjaren vijftig zijn bijna alle kinderen aan de schoolmelk. De subsidie komt niet alleen meer bij de gemeente, maar ook bij de Rijks overheid vandaan. Elke dag levert de melk man van die gegalvaniseerde, ijzeren kratjes bij de scholen af. Daarin de flesjes melk, toen nog voorzien van, aluminium dop. Deze wor den ingezameld voor het zendeling- of mis siewerk, omdat de recycling ervan weer (een beetje) geld op bracht. De twee sterkste jon gens van de klas mochten de kratten de klas in tillen, waarna ze maar al te vaak naast de kachel werden gezet. De meesters en juffen in die tijd hebben het idee dat dat beter was voor de spijsvertering, maar niet iedereen heeft daar goede herinneringen aan. De melk was toentertijd nog vol en vet, en doordat de flesjes verwarmd werden, ging de vetlaag bovenop drijven. En onder het motto: 'niet zeuren, opdrinken' werd het lauwe goedje - soms met bijgeleverd rietje - evengoed ge consumeerd. Bij menig pensionado die daar aan terugdenkt, zullen de rillingen nog over de rug lopen. De gegalvaniseerde meikkrat uit de jaren vijftig en zestig.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2014 | | pagina 35