Verdieping 2, met de nissen en wenteltrap.
Achter me het raam met het wapen van De
Rijp, rechts een zwarte deur die toegang
geeft tot wederom een stenen wenteltrap.
Deze is aanzienlijk langer dan de eerste en
komt uiteindelijk uit in een vierkante ruim
te met een gemetselde vloer en uit blinde
nissen bestaande wanden. De ruimte is
schoon en droog, maar behoorlijk donker.
Slechts dooreen klein raampje aan het ein
de van de wenteltrap sijpelt wat daglicht
naar binnen. De massieve rij eiken balken
aan het plafond is indrukwekkend, en met
een rijst de vraag: hoe hebben ze die din
gen hier gekregen?
De houten leuning van weer een volgende
wenteltrap steekt bijna uitnodigend de
ruimte in. Het is - zo blijkt later - een van
de weinige stukjes trapleuning van de hele
tocht naar boven. Vanaf hier wordt het
echt pionieren, vooral bij de laatste tre
den van deze trap. Van een zgn. aantrede
is nauwelijks meer sprake; alleen de punt
van mijn schoen past nog op de tree.
Ik betreed een smalle over
loop met een raam aan de
zuidzijde, vlak onder de zon
newijzer. Dit raam kan open
door een simpele draai aan
een worfeltje (of werveltje).
De paar honderd vliegjes
die tegen het raam gonzen
zijn me dankbaar. Verder op
deze verdieping een plan
ken schot, een deur met een
hangslot, met daarnaast een
raam. Hierdoor is het oude
uurwerk uit 1662 te bewon
deren. Een oranje gemenied
radarwerk van tandwielen,
staalkabels en assen, dat elke
dag handmatig opgewonden
diende te worden. Lang was
de familie Van Marken hier
verantwoordelijk voor, en daarna werd het
een taakvoor de gemeente. Dit heeft men
Verdieping vier
25