men; de Engelsen strooien nog met rijst.
'Dan zette zich het bruidspaar op een rijk ver
sierde troon, waarboven een kroon hing, en
ontving er de gelukwensen,'13
Terug naar de molens. De Strooijonker lag
iets ten oosten van Alkmaar op de zuide
lijke hoek van het Zeglis en de Schermer
ringvaart. Dat stuk ringvaart werd toen
nog de Alkmaardervaart genoemd, vanaf
1824 het Groot Noordhollandsch Kanaal.
De achtkante houtzaagmolen met drie
houtloodsen, zaaglishok (zaagselhok),
twee knechtswoningen en schuitenhuis
werd op 23 december 1808 gekocht door
de firma Aris Graftdijk en Zonen uit West-
Graftdijk.14 Compagnons in de firma wa
ren Aris Dirksz. Graftdijk (ca. 1736 -1821) -
in de wandeling genaamd Aris Houtkoper
- en zijn beide zoons Adriaan (ca. 1765 -
1826) en Klaas (t 26.7.1835, West-Graftdijk).
Die laatste zijn we hierboven al tegenge
komen.
Als vader Aris in 1821 overlijdt, gaan de
broers Klaas en Adriaan verder met het
compagnieschap, waarin de drie hout
zaagmolens zijn ondergebracht. Na het
overlijden van Adriaan in 1826 wordt
het compagnieschap opgesplitst. Klaas
krijgt De Drie Gebroeders en De Haas; de
Strooijonker gaat naar een, waarschijn
lijk in Alkmaar wonende, erfgenaam van
Adriaan.15 Deze nazaat, Aris Adriaanszn.
Graftdijk, blijft De Strooijonker gebrui
ken tot 1843. Dan wordt de molen in het
Alkmaarse logement Het Schelvisje in het
openbaar verkocht. De nieuwe eigenaar,
koopman Willem Zadeits uit Purmerend,
breekt de molen af en brengt hem over
naar Kampen.16 Ook het woonhuis van
Aris Graftdijk aan de Bierkade wordt ver
kocht. Daarmee verdwijnt De Strooijon
ker - na 35 jaar - weer uit dit verhaal.
Houtzaagmolen De Haas is wat korter
Afb. 73. De knech tswoning van De Haas aan het Zuideinde van De Rijp, geschilderd door (Arie?) Spaarman
18