vader betrokken en wist van de hoed en
de rand. Het was daarom voor de hand lig
gend dat hij zijn vader opvolgde, na diens
dood in 1907. Hij was het die de houthan
del bracht op het niveau zoals de foto's la
ten zien.
In 1908 nam hij van de erven het huis,
houtloods en erf over (perceel D 983,
groot 530 m2). Mede eigenaren waren
de polder Zuid- en Noord Schermer en
Heemraad De Eilandspolder, kennelijk
goede klanten van hem. Het perceel had
al buurgronden die van oudsher in bezit
waren van Heinissen.
In 1843 was het perceel in eigendom
gekomen van Jan Bakker, gehuwd met
Aaltje Heinis, met de restrictie dat vader
Simon Bakker "gedurende zijn leven om
niet mag wonen in het zogenaamde ach
terkeukentje van het huis met het vrije ge
bruik van het achterste deel van de koestal".
Naast het ledige erf woonde Hendrik Hei
nis, een oom van Jacob, daarvoor een
oudoom Jan Heinis.
Jacob werd geboren op donderdag 29
oktober 1874 in Oterleek uit Klaas Jacobz.
Heinis (1850-1907) en Neeltje Pieterd. Ste
kelbos (1851-1892). Hij huwde op 41-jarige
leeftijd te Grootschermer op donderdag 22
juni 1916 met Neeltje Rus. Hij trouwde als
'houthandelaar'in gemeenschap van goe
deren met de tien jaar jongere Neeltje. Zij
was geboren op maandag 16 februari 1885
in Grootschermer uit Jan Janz. Rus (1857-
1904) en Krijntje Jacobd. Kalverboer (1863-
1922).
Zoals gezegd was de houthandel geves
tigd aan het Noordeinde van Grootscher
mer. Niet alleen aan de oostzijde maar ook
aan de westzijde, aan de overzijde van het
water. De open houtloodsen aan de west
kant waren bedoeld voor het drogen van
vers gezaagd hout. Het stuk grond waarop
de houtloodsen stonden, ten noorden van
de huidige ijsbaan, was in 1876 als hooi-
7 934. Jacob Heinis naast zijn Ford, die tevens als taxi fungeerde.