DE NAJAARSLEZING
Woensdag 23 oktober vond onze najaarsle
zing plaats in De Rijper Eilanden. Een nieu
we plek, omdat we menen dat alle onder
nemers met een accommodatie aan bod
moeten komen. Echter de opkomst viel
dermate tegen dat we ons afvragen of we
daar goed aan hebben gedaan. Was het te
ver of was de herfstvakantie er debet aan?
We gissen maar wat, maar één ding weten
we zeker: degene die niet zijn gekomen,
hebben een interessante avond aan zich
voorbij laten gaan.
Prof. dr. Dirk Jan de Vries, senior specialist
bouwhistorie van de Rijksdienst voor Cul
tureel Erfgoed, hield zijn 'praatje met een
plaatje' over Calamiteiten in de gebouwde
omgeving.
Het sloot prachtig aan op de aardbeving in
Castricum van de avond daarvoor. Niet dat
het catastrofale gevolgen had, maar toch
onder de bedoelde calamiteiten kon wor
den gerangschikt.
Dirk leidde ons als ramptoeristen door de
Nederlandse geschiedenis, waar hij ons
staande hield bij rampen van allerlei soort.
Allereerst werden de oorlogen genoemd
en werd stilgestaan bij de beschieting van
Utrecht in de 80-jarige oorlog, oude pren
ten en ingemetselde kogels herinneren
daar nog aan. Een uitstapje naar de Dom
van Keulen die in de Tweede Wereldoorlog
lang niet zo behouden bleef als wordt be
weerd. Ook de kathedraal van Reims heeft
in hoge mate geleden onder oorlogsge
weld en in het kerkendak van Weert zijn
eveneens bomsporen teruggevonden.
Vervolgens werden we naar een nieuwe
ramp in Delft geleid, waar in 1654 een kruit
huis de lucht in ging. Egbert van der Poel
schilderde de plek na deze Delftse don
derslag, jawel, dé Van der Poel die ook de
brand van De Rijp schilderde.
We vervolgden onze weg naar Leiden. Weer
een ongevalletje met kruit. Een schip met
zevenendertig ton buskruit dat in 1807 ont
plofte. De klap was vergelijkbaar met die
van de vuurwerkramp in EnschedéKoning
Lodewijk Napoleon was een goeierd en
vergoedde de schade, en zorgde voor de
herbouw van de eveneens getroffen uni
versiteit.
Dan komen de stadsbranden aan de beurt.
Plaatjes van brandende steden en kerken
(Roermond 1554) die door hun hoogte een
gemakkelijk doelwit waren voor de vonken.
Prof. dr.
Dirkjan de Vries.
42