,/W s ff/ff t f' y s 6 -fff, j-jrfs ,- //>v. .,-j. vw M ff$ is f ^Sf/sr f f ff V f ff f*" f, -ff f sff j f ff/rff i*Sf f/f ff f fff ff fff'' f f rt f ff Jff r f' r r ',v r f ff fftf /f' /rt ff? Jff ÏW .V *.r S- f, s, (fff// .-ff. ^f, Sf,s, "SÏ ff f- f r *V'r /r- De handgeschreven koopakte uit 1862. De financiering van de aankoop van het terrein en de bouw was voor de kleine gemeente van 75 leden, niet eenvoudig. Met hulp van het Amsterdamse Seminarie en van andere doopsgezinde gemeen tes lukte het de benodigde gelden, door middel van collectes en donaties, bijeen te krijgen. Voor de pastorie klaar was en bewoon baar, verbleef dominee De Vries, inmid dels benoemd, op kamers in De Rijp. In het voorjaar van 1863 kon hij de pastorie betrekken. Op 30 april 1863 trouwde de heer De Vries met Alida Maria Jarman (1838-1902). Al in 1863 werd dominee De Vries elders beroepen, maar dit aanbod liet hij aan zich voorbijgaan. Maar in 1865 kwam een tweede aanbod, dat hij wel ac cepteerde, en zo vertrok hij dat jaar naar de Zaanstreek. Zijn opvolger, dominee P.E. Lugt, bleef vijf jaar, maar moest door ziekte regel matig worden vervangen, en zo kwam ook dominee De Vries nog terug op het Noordeinde om een kerkdienst te verzor gen. In 1872 werd de heer Lugt opgevolgd door dominee K.R.Taconis. In 1868 is er in de notulen opeens sprake van een mogelijke nieuwe kerk. Door het overlijden van de bewoonster lijkt er een mogelijkheid om in het bezit te komen van het perceel benoorden de pastorie. Ook nu was de financiering van de nieuw bouw een groot probleem. Daarbij bleek de aankoop van het terrein niet eenvou dig door problemen bij het afwikkelen van de erfenis. In nauw overleg met de heer Prof. J.G.de Hoop Scheffer, van het Amsterdamse Doopsgezinde Seminarium, werd een plan opgesteld om het benodigde geld bij elkaar te krijgen. Men dacht een be drag van 9000,- gulden nodig te heb ben. Toen de heer De Hoop Scheffer vanuit Amsterdam een bedrag van 4500 gulden toezegde, werd opnieuw via col lectes en donaties van enkele gegoede leden, de benodigde gelden verzameld. De erfeniskwestie zou nog enkele jaren duren en werd tenslotte voor de rechtbank in 1872 beslecht. Pas toen kon tot aankoop van het terrein worden overgegaan. De bouw werd onderhands aanbesteed. Helaas bleken de kosten in de voorgaande jaren aanzienlijkte zijn opgelopen. Met het grondwerk en het bouwen van een brug 14

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2013 | | pagina 14