ZO GING DAT.
Als we vandaag de dag ergens heen gaan, hetzij naar het werk of op vakantie, dan is er
altijd wel een vervoermiddel voorhanden. Men pakt de fiets, de bus, of het vliegtuig, en met
meer dan acht miljoen is de autodichtheid in Nederland hoog te noemen.
Het waren vooral de ven
ters en de handelaren die
voor de hondenkar kozen.
De afbeelding komt uit
het archief van de OHV.
De 'koetsier' is Rens Bom
uit Grootschermer, die
zijn kruidenierswaren op
deze manier uitventte.
Het jaartal: begin 1900.
Hoe anders was dat vroeger? Zestig jaar geleden reden er in heel Nederland in totaal maar
139.000 auto's rond. Het is nog niet eens honderd jaar terug dat de handkar, koets of ket-
tenkar het straatbeeld domineerde. En wat dacht u van het tafereel op onderstaande foto?
De hondenkar. Door zijn afmetingen en wendbaarheid waren ze vooral handig in kleine
straatjes. En nog een bijkomstigheid: honden waren heel goedkoop in het'onderhoud'.
De uitdrukking 'hondenbaan' stamt waarschijnlijk nog uit die tijd, want veel dieren werden
ronduit slecht behandeld. In 1911 wordt de trekhondenwetvan kracht. Er komt een keuring
en er worden inspecteurs
aangesteld om te kijken
of de wet wel wordt na
geleefd.
Vooral op het platteland,
waar nog een 'ons kent
ons' mentaliteit heerst,
trekt men zich niets aan
van de regels uit Den
Haag, en verandert er
nagenoeg niets voor de
honden. In sommige
plaatsen was het zitten
op een hondenkar ver
boden, dit werd dan weer
handig omzeild door er
op te gaan staan, want
dat stond niet in het ver-
In 1962 wordt de honden
kar officieel verboden.
12