Neeltje Pilkes begin jaren zestig. De winkel en het kleine voorkamertje werden één, en in de achterkamer, tegen de steeg- muur, werd een keukentje gemaakt. Er kwam een washok, een badkamer/wc, en de bed stee beneden werd ingericht als bordenkast. In 1955 besluiten Evert en Jan dat het gezin Lokhorst wel in de Rechtestraat kan komen wonen. Het mes zou dan mooi aan twee kan ten snijden: Jan en Sonja waren onder dak en als prettige bijkomstigheid konden ze met een op oma letten! In de zomer van dat jaar trokken ze er in. Op de ie verdieping werd de woonkamer ge maakt, met achter, bij het melkmeisje, een klein slaapkamertje. Dit zorgde ervoor dat de achterkamer - op de toch al lichtarme noordkant - erg donker werd. De overige slaapkamers waren op de 2e verdieping. Douche en wc waren beneden, dus men moest voortdurend door oma's vertrekken, omdat zij de hele begane grond tot haar be schikking had. Uiteindelijk kwamen er vier kinderen, en voor hen werd Neeltje ge woon oma, terwijl ze dit strikt genomen niet was. Ze werd één keer in de week gewassen door zuster Labree van de wijkverpleging, en die verschoonde ook gelijk het bed. Ze zette zich 's ochtends aan de ronde ta fel in de voorkamer, om daar de rest van de dag te blijven zitten. Ze las de krant, keek naar buiten en bemoeide zich met de kin deren. In de achterkamer, naast de schouw, stond haar bed en daarnaast stond een zgn. 'stilletje'of'draagbaar gemak'zoals het ook wel genoemd werd. Dit was een stoel met een gat in het zitgedeelte, met daaronder een emmer. Erg makkelijk voor de nacht, die voor Neeltje overigens al vroeg begon. Ze deed dan haar lange witte haar los en poederde haar gezicht met witte talk. Dit, in combinatie met een lang katoenen ge waad, gaf haar een bijna spookachtig ui terlijk. Als er 's nachts herrie gemaakt werd door drinkebroers die bij toenmalig café Veenman vandaan kwamen, was oma niks te beroerd om zich met haar houten drie poot naar de deur te slepen en ze flink de stuipen op het lijf te jagen. Sonja kookte voor haar, maar eten deed ze beneden, alleen. Oma Pilkes bleek een taaie. Meer dan tien jaar laveerde ze - ondanks dat ze verre van topfït was - tussen de familie Lokhorst door en werd ouder en ouder. Tot de herfst van 1968. Toen gaf ze aan 'geen zin te hebben in de winter'. Half decem ber van dat jaar ging ze in bed liggen en kwam er niet meer uit. Eten en drinken deed ze nauwelijks meer, alleen nog gele vla en Coca Cola. Op oudejaarsdag 1968 is ze overleden, op achttien dagen na, tweeënnegentig jaar oud.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2013 | | pagina 48