was. Meestal had vader Heringa het al klaar gelegd op een tafeltje in de hoek van de vestibule, zeker als hij wist, dat hij zelf die avond niet thuis zou zijn. Ook ik deed hem de deur wel eens open en ik herinner mij dat hij dan met een soort zeeuwse tongval zei: "t Is weer zo arg mej moeder!' Soms voegde hij er aan toe om mij als het ware te overtuigen: 'Ze heb weer zo'n pain!' Dan gaf je hem het pakje mee en je wist dat hij dan zelf zijn moeder van morfine zou gaan voorzien. Dokter Heringa had hem wel zorgvuldig geïnstrueerd, hoe hij diende te handelen. Zoals zijn patiënten hem vertrouwden, zo vertrouwde hij zijn patiënten en hij ging er voetstoots van uit, dat hij het rustig aan de zoon kon overlaten om zijn moeder de injectie te geven. Aan euthanasie werd niet gedacht Van een inspectie, die kwam informeren wat hij met al die morfine deed, was toen bij mijn weten nog geen sprake. Er was toch wel elke week minstens één avond, dat dokter Heringa niet thuis was. Dan was hij naar zijn bridgeclub in Alkmaar, want hij was een fanatiek bridger. Het liefst zou hij elke avond bridgen en ach teraf begreep ik zijn dochter Mieke beter, die mij bij hoog en laag bezwoer mij niet te laten verleiden tot het mij laten inwijden in de kunst van het bridgen. Ik zou dan in een onomkeerbare situatie terechtkomen, begreep ik van haar. Want zodra haarvader vier potentiële bridgers in één kamer bijeen zag, kwam het onvermijdelijke voorstel om even een robbertje te spelen. En tegen mijn aanstaande schoonvader had ik vast geen Dr. Heringa met zijn vrouw Mieke in 1959. 22

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2013 | | pagina 22