boven de papiertjes. Daarna kon het vou
wen, dat volgens een speciaal patroon ver
liep, beginnen.
Ik heb daar honderden poeders zitten vou
wen, waarbij het me opviel dat er twee
soorten waren die veel voorkwamen. De
ene poeder was zilverig wit en ik begreep
later dat het broom bevatte. Dit was be
stemd voor patiënten met zenuwproble
men. De ander noemde ik heel oneerbiedig
gemalen dakpannen, vanwege de oranje
rode kleur, maar ook vanwege de smaak,
die sterk aan gemalen bloempotten deed
denken. Dat waren de hoestpoeders.
Ach, het apotheekje was ook maar een paar
vierkante meters groot en veel ruimte voor
meer grondstoffen was er niet. En het aan
tal te gebruiken medicijnen was nog heel
overzichtelijk met de Pharmacopee onder
handbereik. Als het niet anders kon werd
een apotheek in Alkmaar ingeschakeld.
De telefoon werd beantwoord door ieder
een die er het dichtste bij stond. Maar heel
veel werd er niet gebeld. Hadden de men
sen vroeger wellicht minder vaak een dok
ter nodig of was er toch eerst een drempel
te nemen voor je een dokter inschakelde?
Dokter Heringa was watje noemt een ai
mabele man. Ik heb hem niet anders ge
kend, dan graag lachend, vriendelijk luiste
rend, maar altijd in de eerste plaats dokter.
Verder vond ik hem wat verlegen.
Een enkele keer kwam er wel eens een ver
haal over de tafel bij het avondeten. Maar
nooit vergat hij, dat hij niets behoorde te
vertellen, waarbij persoonlijke details bo
ven water zouden kunnen komen. De ge
heimplicht was hem heilig.
Slechts één keer heb ik meegemaakt, dat hij
min of meer aangeslagen en niet helemaal
zichzelf aan de maaltijd kwam.
Hij was juiste weer teruggekeerd van iets
wat hij het liefste deed, een bevalling.
Ach,' zei hij tegen zijn vrouw, 'als het maar
niet zo'n groot kind was geweest! Veertien
pond.... En dan ook nog in een stuitlig-
ging!....'
Zijn gezicht was roder dan anders en hij
kreeg er bijna de tranen van in de ogen.
'Het was een kwestie van de moeder of het
kind/zuchtte hij.
Daarna ging het gesprek er over, dat bij
die keus het geloof van de ouders een rol
speelde. Als het om een katholiek kind ging,
lichtte hij toe, ging het leven van het kind
vóór dat van de moeder. Dat was iets dat de
protestante dokter Heringa tegen de borst
stuitte en hij merkte dan ook op, dat bij hem
de moeder altijd voor het kind zou gaan.
Maar nog liever redde hij het leven van bei
den.
Toen werd me ook duidelijk, dat hij het
liefst vrouwenarts was geworden, maar dat
het al mooi was, dat hij als enige zoon van
een schoolhoofd, medicijnen had kunnen
studeren.
Hoe hij met zijn patiënten omging heb ik
slechts één keer zelf meegemaakt.
Ikwaszwaarverkouden en hij constateerde
dat ik trachitis had, een broertje van bron
chitis.
'Daar zul je je hele leven verder last van hou
den/voegde hij er als slotconclusie aan toe.
En daar had hij gelijk in, maar ik ben ik er tot
nu toe wel 86 mee geworden.
Dat hij een meelevend arts was, staat voor
mij als een paal boven water. Het feit dat er
na zijn dood in Stompetoren een straat naar
hem is vernoemd, kan ik alleen maar veel
zeggend vinden.
Hij was bepaald niet conventioneel en hij
deed daarbij misschien ook wel eens din
gen, die we nu wat bedenkelijk zouden
vinden.
Regelmatig kwam er tegen de avond een al
wat oudere man aan de bel, waarvan ieder
een in huis allang wist wat er aan de hand
21