ZO GING DAT.
In deze rubriek belichten we een activiteit, gebruik of ambacht. Soms heel oud, soms wat
minder oud, maar altijd iets wat sluipenderwijs uit ons dagelijks leven en/of uit het straat
beeld is verdwenen.
We starten met een ambacht.
Natuurlijk zijn er nog wel slagerijen in
Nederland, maar veelal zijn ze onderge
bracht in grote, overdekte winkelcentra
en is bijna elke vorm van het ambachte
lijk bereiden van vleeswaren verdwenen.
Dat was vroeger, in van die kleine dorpssla-
gerijtjes, wel anders. Worsten roken, rolpens
koken, bloedworst maken, en het was geen
zeldzaamheid als de slachtkoe op straat,
plein public, 'geschoten'werd. Dit laatste was
toen eigenlijk al illegaal en tegenwoordig
natuurlijk helemaal uit den boze. Sterker
nog: slachten aan huis is zelfs verboden
(tenzij er aan zéér strenge regelgeving
wordt voldaan).
Elk dorp had wel een slagerij (en maar al te
vaak meer dan één).
In West-Graftdijk stond slagerij Wit. Ook dit
waserzoeenvanhetonve rvalste, ambachte
lijke soort, waar alles nog zelf gemaakt werd.
In 1919 kocht Gerrit-Jan Wit deze slagerij
over van Klaas Hottentot. Henk Wit was
de oudste zoon en zoals dat ging destijds,
nam hij in 1951 de zaak over van zijn vader.
Slachten werd aan huis gedaan en Wit ging
zelf langs bij boeren in de Schermer en de
Starnmeerom de slachtdieren uitte zoeken.
Er werd een ventwijk gelopen en ook zijn
vrouw Rie en vier dochters waren bij het sla-
gerijgebeuren betrokken. Een paar dagen
in de week werden ze bijgestaan broer Jaap
Wit uit de Woude, voor het zwaardere werk
als uitbenen e.d.
In 1987 - toen Wit 68 was - sloot de slage
rij haar deuren en heeft hij nog tien jaar, tot
december 1997, van zijn pensioen kunnen
genieten.
Het pand aan de Zuiderstraat nummer 35
is naderhand gesloopt, maar weer opge
bouwd in de oude stijl, zoals het er als slage
rij altijd heeft uitgezien.
18