ook vandaag de dag geen idee hebben
waar hun voedsel vandaan komt, zich toen
al in te zetten.
Door de oprukkende nieuwbouw kwam
er een onverwacht probleem bij. Het had
niets van doen met het gebruik van de
soms walmende rookkast, want daar leek
de nieuwe Rijper geen probleem mee te
hebben. Eigenlijk was het een oude vijand
waar men mee te maken kreeg, namelijk:
het water. Als land bouwrijp gemaakt wordt,
dan is het aanvullen van grote hoeveelhe
den zand het eerste dat men doet. Zo ook
hier in De Rijp, begin jaren zestig. Een en
ander maakte dat er een niveauverschil van
bijna een meter ontstond ten opzichte van
de straten rondom de slagerij. Een verve
lende eigenschap van water is dat het altijd
naar het laagste punt stroomt. Gevolg: na
elke flinke regenbui veranderde het erf in
een zompig moerasgebied.
Toch waren er ook wel positieve kanten aan
de uitbreiding van De Rijp. Behalve dat het
meer klandizie opleverde, werd er ook werk
gemaakt van de infrastructuur. Zo werd de
Lakemanstraat doorgetrokken en kreeg ook
de Bernhardstraat gestalte. Door een zgn.
duiker werd deze laatste aangesloten op het
Zuideinde, waardoor de brug, die sinds jaar
en dag als enige verbinding had gegolden,
overbodig werd en kon worden gesloopt.
De nadagen van de slagerij
Eind jaren zeventig was het Rijper slagers
bestand dusdanig ingekrompen dat alleen
Dirk, Cor Strijbis in de Rechtestraat en de
broers Hop in de Kerkstraat, het dorp nog
van vlees voorzagen. Nog later, met de su
permarkt op Graft, en met de bouw van
winkelcentrum 't Boegbeeld, stierf het sla
gersvak in De Rijp nagenoeg uit en werd het
onderdeel van het supermarktgebeuren.
Overigens betwijfel ik of deze ontwikke
lingen toentertijd echt invloed hebben
gehad op zijn zaak. Natuurlijk, hij zal het
gemerkt hebben, maar het was al jaren zo
dat klanten er soms maar voor één bepaald
De plaats
gezien vanaf
de Margriet
straat.