De slagerij in de jaren vijftig
van de vorige eeuw.
Eerder uitgezochte gegevens tonen aan
dat omstreeks 1914 Jan Ruiter en zijn vrouw
Maartje Oortwijn dit volledig uit hout op
getrokken pand betrokken. Ruiter handel
de samen met zijn broer Gerrit in wol en
huiden. Vanuit 'De Wolbaai' aan het Lan-
gebrugspad werd deze, niet bepaald reuk
loze handel gedreven, en van gemeente
wege zag men de Ruiters graag vertrekken
tot - toen nog - ver buiten het dorp.
Zodoende betrokken zij dus deze woning.
Heel erg lang heeft het allemaal niet mo
gen duren; Jan Ruiters vrouw verdronk in
1918 op het Kruiswerk, nadat een bootje
met schapen omsloeg. Ruiter zelf stierf in
1923, op 44-jarige leeftijd. Als ik me baseer
op dezelfde eerder uitgezochte gegevens,
dan is de knechtswoning rond 1920 (of iets
later) afgebroken.
De nieuwe woning
Dan stuit ik op een hiaat waar ik niet
echt duidelijkheid over heb kun
nen krijgen, namelijk: een jaartal vin
den bij deze nieuwe woning, die voor
de knechtswoning in de plaats kwam.
Als de nieuwe bewoners in beeld komen,
staat de woning er namelijk al. Die nieuwe
bewoners zijn Simon van der Heide en
zijn vrouw Petronella de Boer. Getrouwd
in 1922 en eerst nog woonachtig aan de
Keizerbuurt. Eind jaren twintig verkocht hij
daar de grond aan Gerbin de Jong, die er
later drie huisjes neerzette.
Maar zoals gezegd, toen Simon van der
Heide rond 1930/31 naar het Zuideinde
trok, stond de woning er al.
Wie het bouwde en wanneer precies, èn
wie ertussen 1923 en bovengenoemde jaar
gewoond heeft, heb ik niet kunnen achter
halen.
Welke oudere Rijper kan het zich niet her
inneren? Het met populieren omzoomde
erf, een paar honderd meter buiten het
dorp, met daarop een volledig uit steen
opgetrokken huisje. Voorzien van een
zgn mansardekap, die (toen nog) werd
gesierd door een rijk bewerkte makelaar,
met daaronder, tussen de hane(n)balk en
de windveren, nog wat re
gelwerk ter versiering. Een
soort huisje waar er begin
vorige eeuw in Nederland
ettelijke duizenden van
zijn neergezet. In dit geval
- maar dat kan best stan
daard zijn geweest - heeft
men geprobeerd het pand
wat meer cachet te geven.
192