sche volgorde en ik tel tweehonderzesen-
zeventig leden, waaronder zes ereleden.
Te weten: Piet Beumer (ik neem aan Bruine
Piet), Piet Berkhout(de oude Kras), Dirk Pol
man, Jb. Plukker, Piet de Rijke (die ik nooit
heb zien vissen), en M. Visser(de barbier).
Toch wordt het vanaf dat jaar voor mij
steeds moeilijker om het gebeuren rond
De Hengelaar, met dezelfde intensiteit als
daarvoor, te blijven volgen. De veertig ki
lometer afstand vormen een 'drempel'voor
het bijwonen van wedstrijden en vergade
ringen. Daarbij komen nog mijn bestuurs
functies bij de visclub in Bovenkarspel en
van de Federatie 'De Noordkop'. Toch blijf
ik wel lid van De Hengelaar.
In 1971 is het minder vrolijke punt betref
fende het verbod om te mogen vissen in
het water van Staatsbosbeheer, nog steeds
actueel. Een delegatie van het bestuur
heeft erover gesproken met zowel Burge
meester en Wethouders als met functiona
rissen van SBB, maar dit heeft niets opgele
verd. Men heeft nu de A.H.B. ingeschakeld
en wacht geduldig af. De notulen van 24
mei 1972 leveren weinig nieuws op, en ook
op het gebied van het vissen in SBB water
is geen vooruitgang geboekt.
1972. Net als in veel andere bijeenkom
sten komen veel punten steeds weer te
rug. Baggeren bijvoorbeeld, vooral van het
water langs de Zuiddijk, de subsidie voor
de jeugd, de puntentelling en een aan
vulling van het programma met snoek-,
snoekbaars, karper- en zeeviswedstrijden.
De ledenvergadering die meestal voor de
opening van het seizoen wordt gehouden,
lijkt minder noodzakelijk en veel leden blij
ven thuis.
Tijdens de jaarvergadering van maart
1975 wordt eerst het overleden erelid M.
Visser, de barbier, met een korte stilte
herdacht. Voorzitter Maarten van Tiel
had aangekondigd om gezondheids
reden af te treden. Bij zijn aantreden in
Domesvissen tijdens Rijperkermis in 2009. Door alle uitdossingen is vissen lang
zamerhand bijzaak geworden.
178