leden doen mee. Er worden gratis visver
gunningen aan bejaarden verstrekt en we
zien dat er in de herfstmaanden veel dag-
snoekvergunningen worden verkocht. De
club doet mee aan de sportweek en op
de jaarlijks terugkomende driekamp met
Spijkerboor en Schermerhorn is ze ook van
de partij. We tellen honderdeenenvijftig le
den en daarvan dragen er niet minder dan
tien de naam Taam. Het is zowat een heel
nest, zou je denken.
Een volgend boek begint met de notu
len van de ledenvergadering van 22 mei
1963. De voorzitter spreekt de wens uit dat,
ondanks de grote vissterfte, de vangsten
in het nieuwe seizoen mogen meeval
len. Omdat er veel snoek is doodgegaan,
vreest het bestuur een grote afname in de
verkoop van snoekvergunningen en dat
is weer slecht voor de kas. Men komt met
het voorstel dat, wie dit jaar een snoekver-
gunning afneemt, er ook zeker van kan zijn
dat hij in de volgende drie jaar( zonder te
Willem van
Braam in zijn
jonge jaren
met een snoek
van formaat.
loten) verzekerd is van een snoekvergun-
ning. Was het vroeger zo dat de inkom
sten van de club voor het overgrote deel
bestond uit contributie, anno 1963 en ook
komende jaren is het de verkoop van de di
verse vergunningen dat geld in het laatje
brengt. Op de volgende vergadering van
25 mei wordt besloten, vanwege de terug
lopende animo voor de wedstrijden, de
aanvangstijd vast te stellen op 09.00 uur
en niet meer op zondagmorgen vroeg. Op
17 maart 1965 is er een jaarvergadering in
het café van G. Grasboer. Ekkie Taam werd
daarin tot kampioen van 1964 uitgeroepen,
hetgeen hem verplichtte wederom een
jaar op de beker te passen. Na prolongatie
het jaar daarop is deze definitief voor hem.
De voorzitter deelt mede dat de aan
vraag voor de Koninklijke Goedkeuring
verstuurd zal worden, nog even geduld
graag. Hiermee is hij de traditioneel door
Dirk Polman gestelde vraag betreffende
dit onderwerp, eens een keer voor. Jan Eg-
gers jr. wil op een volgende vergadering
een voordracht geven over het vissen op
snoek met kunstaas, en de leden zijn daar
unaniem vóór. De medaillekast is alweer te
klein; we winnen nogal wat prijzen tijdens
de vele concoursen. P. Schouten zegt toe
een grotere kast te maken.
In 1965 betalen we Fl. 799, - pacht aan de
beroepsvissers en een jaar later is dat al
opgelopen tot Fl. 910, -. Bij de uitgaven van
1966 zie ik voor het eerst de post motorbo
ten Fl. 5, - en dat betekent dat men per mo
torboot op de Mieuwijdt of het Kruiswerk
een wedstrijd is gaan vissen. Dat jaar wa
ren er honderzevenennegentig betalende
leden, waarvan er nu een groot aantal van
buiten De Rijp komen. Ook komen er veel
nieuwe leden uit de toen zo genoemde
'nieuwbouw', ten zuiden van De Rijp.
Een moeilijk punt van deze vergadering
was het feit dat Jan -Tom Poes - Taam een
175