Fantastische boot. Roeide geweldig en we
konden er snel mee varen en je kon er heel
wat mee vervoeren. Ik vaar nu nog steeds
met deze roeiboot.
Kloeten is best een vak apart. Zeker met
slecht weer en harde wind. Mijn broers en
ook bijna al mijn zussen - ook zij moesten
allemaal meewerken in het bedrijf - kon
den met de kloet overweg. De kunst is de
kloet zo neer te zetten, dat de praam of vlet
die kant op gaat, die jij wilt gaan. Kon je dat
niet, dan was het bepaald geen leuke be
zigheid. Door het veel te doen moest je het
leren. En tot aan de dag van vandaag kan ik
nog prima met een kloet de praam voort
bewegen. Voorts konden we voorin de
praam roeien. Met twee hele grote riemen
- lang en zwaar - die tussen twee dollen in
heen en weer gleden of we trokken roei
end in een roeibootje de praam vooruit.
Sommige tuinders hadden toen al een
motorboot. Vooral als het land ver van huis
lag geen overbodige luxe. Er waren tuin
ders die ver in de polder zaten. Sommige
tuinders uit Graft moesten van hieruit rich
ting Grootschermer of naar de Knevelaer
(ter hoogte van de Hobrederweg in de
Beemster) varen. En uit De Rijp moesten
er richting Driehuizen. Maar velen van hen
hebben deze afstanden jaren met de kloet
moeten afleggen. Schuiten vol pootaard-
appelen, augurken, rode bieten, wortelen,
en witlof zijn zo vervoerd. Eind veertiger
jaren werden veel van deze produkten
nog door de sluis naar Schipper Visser a/d
Kralingergracht gebracht en overgeladen
in de beurtvaartschepen( Koophandel it/
IT14). Later werd dit overgenomen door de
vrachtwagens van fa. J. de Boer en E. Beu-
mer. Vele uren heeft dit varen gekost. Voor
al als je met tegenwind en regen te maken
had, was het heel zwaar. Maar het moest
gebeuren. Je wist niet beter.
Een groot verschil met toen en nu in de
polder betrof de aanwezigheid van kroos
en met name wat wij flap noemden. De
Gouw was van de De Rijp tot en met de
Kromme Gouw aan de westzijde tot hal
verwege deze vaarroute geheel gevuld
met flap en dopjeskroos. Daar was bijna
geen doorkomen aan. Alleen de oostzijde
was goed te bevaren. Ook alle andere slo
ten in de polder zaten - op enkele hoofd-
vaartsloten na - helemaal vol met kroos en
bagger.
Eén keer per jaar kon de praam voor
een onderhoudsbeurt geheld worden. Dat
was bij de prijs inbegrepen. Vlak na de oor
log kon dat nog op een helling, die was
gelegen achter de Lutherse Kerk (thans de
Groene Zwaan). Enige jaren later moesten
we de praam naar Pilkes in Grootschermer
151