afstoten van nutsbedrijven door de over
heid, zoals wij dat de afgelopen tientallen
jaren gezien hebben, is dus niets nieuws
onder de zon!
Dat Graft ergens tussen 1567 en 1617 van
het toneel verdween als mede-eigenaar
van de Zuidschermer korenmolen, lijkt
verband te houden met de bouw, in of kort
na 1565, van korenmolen De Rijse Juffer op
de grens van Graft en De Rijp. Graft kreeg
hiermee zijn eigen korenmolen, gebouwd
door Laurens Corneliszn uit De Rijp. Ook
de bouw van de overige korenmolens
op het Schermereiland zou door particu
liere ondernemers plaatsvinden; banne
noch kerk komen we verder nog tegen als
moleneigenaar.
Vanaf 1617 tot de sloop van de eerste
korenmolen van Zuidschermer in of kort na
1669 waren de opeenvolgende eigenaars
ervan door familiebanden verbonden. In
1669 -de molen was toen eigendom van
Maerten Reijerszn- werd het bedrijf mid
den in het dorp beëindigd en een andere
korenmolen iets ten zuiden van het dorp
neergezet. Voor die nieuwe locatie komen
we twee redenen tegen: de sterk afgeno
men windvang door de toenemende be
bouwing in het dorp en de kans op onge
lukken. Niet lang daarvoor was er zelfs een
ongeluk gebeurd. In de negentiende eeuw
werd het voormalige molenerf midden
in het dorp nog aangeduid als 'het zoog
enaamde, nu gedempte molenglop' en de
vanaf dat erf naar het westen lopende -en
in de Korendijk overgaande- dijk als 'mo
lendijk'. (afbeelding 6) Ook in het boekje
Grootschermer en Driehuizen in oude an
sichten (Zaltbommel, 1986) wordt nog de
naam molenglop genoemd voor het open
stuk land aan de westzijde tegenover de
kerk.
De tweede korenmolen: De Dolfijn
In september 1669 zette Maerten Reijerszn
een 'nieuwe' molen iets ten zuiden van
Zuidschermer neer. Hij had daartoe olie
molen De Veldhoen gekocht, die in de
nog jonge Sapmeerpolder bij Graft stond
(afbeelding 7). Hij had de molen overge
bracht naar de nieuwe locatie en omge
bouwd tot korenmolen. De korenmolen
6 Het Molenglop te Grootschermer. Prentbriefkaart collectie Leo
den Engelse
110
Sreotschermer,