ten spek. Het afmaken van een vis duurde
dus een volledige werkdag inclusief het
verstouwen van de vaten en het schoon
maken van het schip.
Voor het schoonmaken waren extra
koperenpompen aan boord. Met zond en
zoogsel hield men de dekken begaanbaar.
De spekhakkers hadden speciale voor
schoten aan tegen het spatten.
Mogelijk bestond een deel van de ballast
uit met water gevulde vaten. Zorgdrager
liet vaten op het dek zetten als het schip
schoongemaakt moest worden. Ook wer
den ballastschoppen ook wel holleschop
pen op de veilinglijsten vermeld.
De vaten aan boord voor het spek hadden
verschillende benamingen. Er waren hou
tebands kordelen en yzerbands kardelen al
naar het materiaal van de hoepen of ban
den. Het woord kardeel of quardeel werd
in de laatste helft van de achttiende eeuw
vervangen door vat. Het woord kardeel
werd toen alleen voor traan vat gebruikt
en bevatte 12 stekannen19. Het spek werd
echter in spekvaten aangevoerd die 16 tot
18 stekannen bevatten. Als we nu in de vei
lingaankondiging lezen dat het armazoen
300 quartelen bevatte, dan werden spek
vaten bedoeld. Deze spraakverwarring is
waarschijnlijk ontstaan doordat in de eer
ste helft van de i6e eeuw de traan van de
traankokerij op Spitsbergen in kardelen
naar Holland verscheept werd. Het spek
werd dus verscheept in vaten van 310 tot
350 liter.
Andere benamingen voor vaten zoals
die voorkomen op de veilinglijsten waren
halfjesdrielingen, okshoofden en pijpjes.
Deze laatste waren kleinere tonnen mo
gelijk om de beschikbare ruimte zo goed
mogelijk te benutten.
Andere gereedschappen van
DE VEILINGLIJSTEN.
Om walrussen of robben te vangen ge
bruikte men kleinere harpoenen en spe
ciale flensen. We komen dan ook altijd
diverse walrus harpoenen, walruslensen en
robbenkloppers tegen. Snaphanen en don-
Gravure van A. de Blois uit 'De Seltsame en noit gehoorde walvisvangst
in 'tjaar 1682'
79
t, 2ti*m
J' éwrtXwftMSf»
JU»*
tSmmr Aw*'*-.
i