om daarmee de smet die op hen terecht
was gekomen symbolisch te verwijderen.
Nog ongedwongener was de 'Maartekeur'
in het Gelderse Lochem, die wéér langer
heeft bestaan. Tijdens de jaarlijkse mei-
markt formeerden meisjes op een plein een
rij; jongens wandelden er ginnegappend
langs en maakten hun voorkeur bekend
door een krijtstreep op de jurk van een
meisje te zetten. Bij instemming kon het
meisje met de jongen aan de zwier gaan.
Hier was nog dus steeds sprake van een
openbare keuring, maar er waren ook
markten waarbij dat niet gebeurde en die
hebben onze tijd gehaald. In Zwolle en
Meppel en andere steden kwamen tot in
de jaren vijftig van de vorige eeuw jonge
ren van heinde en verre naar de jaarmarkt.
Er was niets georganiseerd, al bestonden
er wel regels. Het begon met flaneren,
giechelen en gluren. Waaghalzen duwden
plotseling een meisje in de rug of omhels
den haar. Aan de felheid van haar, altijd
afwijzende, reactie merkte een jongen of
aanhouden zin had. De Staphorster jon
gens, die in Zwolle kwamen, probeerden
de 'buul', de boodschappentas, van een
dorpsgenootje af te pakken, waarmee
zij het recht verwierven die 's avonds bij
haar thuis terug te bezorgen. Dat had
het meisje deels zelf in de hand. Als zij
het absoluut niet wilde kon zij zich met
tas en al laten meesleuren; als zij het wel
wilde dan werd afpakken een peulenschil.
Wonderlijk genoeg heeft zich in Schoorl,
Noord-Holland, tot niet zo lang geleden
een echte vrijstermarkt gehandhaafd. Al
sinds de zestiende eeuw hollen daar op
Tweede Pinksterdag meisjes van het Klim-
duin naar beneden, om te worden opge
vangen door gretige jongens. Deze tame
lijk ongekunstelde vorm van vrijstermarkt
kent ook modernere varianten. In veel dor
pen en steden zijn nu nog plaatsen aan te
wijzen waar jongens en meisjes groepsge
wijs plachten te flaneren. In Zaandam was
dat tot voor kort de Westzijde. Traditioneel
hadden op woensdagavond de dienst
meisjes vrijaf en om met huwelijkskandi
daten in contact te komen slenterden zij
dan urenlang gearmd over straat. Die kan
didaten doopten de avond 'billenavond',
naar de Bullekerk die aan de Westzijde lag,
maar ook naar het lichaamsdeel dat dan
handtastelijkheden opriep. Vanwege de
aansprekende naam kende ook Purme-
rend een billenavond'.
Was de'Pinksterblom'een exclusief
SCHERMERHORNSE TRADITIE?
In de literatuur wordt steeds Schermerhorn
genoemd, wat aangeeft dat de gang van
zaken in Schermerhorn, wat de Pinkster-
blom-traditie betreft, toonaangevend was.
Maar er is geen sprake van dat de traditie
zich tot Schermerhorn beperkte. D. J. van
der Ven doet in zijn boek'Friese volksge
bruiken weerspiegeld in Europese Folklore'
uitgebreid verslag van het veelvuldig vie
ren van de traditie.
Heel wijd verspreid was het verschijnsel
van het'pinksterbruidje'(de Pinksterblom).
Op heel veel plaatsen trok de Pinksterblom,
vaak met haar stoet van bruidjes, langs de
huizen. Ook in Zuid-Limburg en in Frank
rijk. In Amby en Raar (Limburg) zetelde de
Pinksterblom in een loofhut en haar vrien
dinnetjes, als bruidjes verkleed, hielden
voorbijgangers aan om hem of haar de
voeten te vegen. Daarvoor werd uiteraard
een centje gevraagd en gegeven. Door de
gift werd ook de bewondering geuit voor
de bruid die vaak met briefkaarten en bid
prentjes was omhangen.
Terschelling kendede'fiere Pinksterblom',
waarbij fier stond voor 'vierge' (maagd),
waardoor de heidense Pinksterblom om-