was weduwnaar van Guurtje Koster.
Onder de Grafter schutters waren even
eens twee doden te betreuren. Het gaat
om de 40 jaar oude Jan Koster -bijna zeker
een rempla^ant- en de 29-jarige Cornelis
Abbing (ook wel: Abbink). De eerstge
noemde diende in de vierde compagnie,
eerste bataljon, was geboren in De Rijp,
maar woonachtig in Graft en stierf op 18
mei 1831 in de garnizoensziekenzaal te
Breda. Abbing (tweede bataljon, tweede
afdeling) kwam in Wormer ter wereld, was
in het burgerleven wever van beroep en
kinderloos gehuwd met Aaltje Abbink. Hij
overleed te Haarlem op 14 oktober 1831.
De schutters uit de gemeente Beemster
kwamen er allemaal zonder kleurscheuren
doorheen. Weliswaar overleed op 7 de
cember 1834 te Monnickendam Cornelis
de Boer, schutter in het tweede bataljon,
tweede afdeling, maar die was toen al met
onbepaald verlof.
Tenslotte een woord over de Rijper
schutter Jan van Eijk. Hij kwam in 1800 ter
wereld, was metselaarsknecht van beroep
en nam na de Tiendaagse Veldtocht dienst
in de marine. Hij overleed op 8 septem
ber 1832 aan boord van het hospitaalschip
Maria Rijgersberg te Willemsoord. In april
1833 stuurde de kolonel commandant
van de tweede afdeling mobiele schutte
rij Noord-Holland te Veghel het door Van
Eijk verdiende metalen kruis naar De Rijp.
Burgemeester De Wit viel de zeker niet ge
makkelijke taak toe dit aan zijn moeder, de
weduwe Mietje Jans Van Eijk-Schrandt, uit
te reiken.
(met dank aan de heer J.W. Balder van het
Regionaal Archief Alkmaar)
DiederikAten
Noten
1Waarschijnlijk de in 1829 in de vaart genomen door paarden aangedreven raderboot.
2. Tussen Leidsegracht en Magerebrug.
3. Achtereenvolgens Grave, Laren, Eemnes, Soestdijk en Soest.
4. Achtereenvolgens Leusden-Zuid, Woudenberg, Leersum, Amerongen, Eist en Rhenen.
5. Nijmegen.
6. Niet alleen te Grave, maar ook in andere garnizoenssteden kwam het herhaaldelijk tot ongere
geldheden van de nog weinig gedisciplineerde en geoefende schutters.
7. Sergeant-majoor Jacob Kuiper (geboren 1795 te Krommenie) was gehuwd met Maria Ulder. Hij
werd op I maart 1831 in het hospitaal te Grave opgenomen en overleed daar de 31 e van dezelfde
maand op 36 jarige leeftijd aan "longenteering".
8. Prins Frederik (1797-1881de tweede zoon van koning Willem I, was een bekwaam militair, mo
derniseerde het leger en stichtte de KMA in Breda. In 1829 werd hij tot admiraal en kolonel-
generaal van de landmacht benoemd. Frederik slaagde erin de schutterijen echt inzetbaar te
maken. Hij stond tijdens de Tiendaagse Veldtocht kroonprins Willem, die het opperbevel was
toevertrouwd, nauw terzijde.
9. Luitenant-generaal G.M. Cort Heyligers (1770-1849), bevelhebber van de reservedivisie, waarvan
de Noord-Hollandse schutters deel uitmaakten.
10. Achtereenvolgens Uden, Veghel, Sint Oedenrode en Son en Breugel.
11Revue: onderzoek van de strijdvaardige toestand van de troepen.
12. In moeilijk terrein verplaatsbaar geschut.
13. Kurassiers: cavaleristen voorzien van helm en borst- en rugharnas of kuras.
14. Best.
15. Divisies.
30