pen geestelijk beschadigd te worden door de hoge verwachtingen, die de minister in een 'pseudomessiaans toekomstbeeld' oproept. Maar bovendien: wat moeten we onder kansarm verstaan? Op de R.K. Lagere St.- Jozefschool, waarop we het basisonderwijs ontvingen, was een onzer klasgenoten Wil lem W., een van de zonen van 'Arme Klaas'9 die met garen, band, mottenballen en an dere snuisterijen (het was in de dertiger jaren) langs de huizen van het dorp ging en de gevestigde middenstand daarmee beconcurreerde. Arme Klaas had zichzelf zo genoemd en hij gebruikte deze betite ling als een vlijmscherp verkoopargument rond een levende beschrijving van de wij ze, waarop hij de afgelopen week weer met vrouw en kinderen het leven had weten te rekken, zodat ons moeder iedere zaterdag morgen bewogen de knip trok teneinde Klaas niet tot de bedelstaf te verlagen en ook de meest geharde mot op verre af stand te houden. Willem W. was dus een uitgesproken kansarme jongen, wiens voedsel voorna melijk uit bruine bonen bestond met wei nig vooruitzicht, dat hij ooit Chateaubriand op het bord zou krijgen. Hij stond beter bekend als 'De Geit', tot beter onderscheid van zijn talrijke familieleden. Hij voltooide het lager onderwijs, werd stratenmaker leerling bij een klein baasje, zocht het ho ger op in de Amsterdamse straten, en leidt vandaag de dag een aannemersbedrijf met meer dan honderd man personeel.. Zijn wagenpark voert trots een geit als embleem. Als er in het dorp wat te doen is, treedt hij op als genereus weldoener van de samenleving. De'geit' is populaire volksheld geworden. En in diezelfde klas zat Jan de B., zoon van een gefortuneerd kaashandelaar. Uit blinker in de klas, maar wel een jongen, die nooit een bal heeft aangeraakt, omdat hij astmatisch was. Met zijn bleke gezicht en te zwarte bril zag hij er toen al uit zoals hij later zou worden: leraar M.O. Hij zette zijn lichamelijke achterstand om in een geestelijke voorsprong. Dat was zijn com pensatie. Jan is voortijdig uit het onderwijs geraakt. Geknakt door het lang niet altijd leuke sfeertje, waarmee de 'democratise- ring'gepaard is gegaan. Toch was hij in de gangbare terminologie 'kansrijk' tegenover de kansarme Willem W. Waarmee maar gezegd wil zijn, dat niet zozeer het huisdak, waaronder men gebo ren is, van belang moet heten, dan wel het spulletje, dat men onder eigen schedeldak heeft meegekregen. Dat laatste echter is voor zijn kans minder afhankelijk van een onderwijssysteem dan wel van de vakma tige en sociale toewijding, waarmee leer krachten hun werk doen. En in dat opzicht hebben tal van'bovenmeesters'-oude-stijl een breed spoor van weledel(zeer) ge leerde heren vanuit veel kansarme straten door Nederland getrokken. Jos van Keme- nade was er een van. Waarvoor oprechte bewondering. Maar hij moet iets op de maatschappij projecteren wat lijkt op een vervormd geschiedenis beeld en op een onverwerkt eigen verleden. Maan10 Van de familie Woestenburg en de aangetrouwde familie Schilder zijn de navolgende foto's in het bezit van Willem Woestenburg (de Geit): 16

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2012 | | pagina 16