dost in avondkleding. Men noemde haar
eerbiedwaardig 'Oma'en zij voelde zich de
eerste dame van dit gezelschap - ze was
immers de moeder van de gastvrouw èn
de weduwe van de doopsgezinde dominee
van Oost-Graftdijk. Dankzij het huwelijk
van haar dochter Nel was zij verwant ge
raakt aan de Koppens. Op enkele rijke boe
ren na beschouwde deze familie zich als de
meest welvarende van de omgeving.
Zelfvoldaan monsterde ze de rangen en
standen en meende bevestigd te zien
dat de familie maatschappelijk was gear
riveerd. Als eerste kwam het feestvarken,
haar schoonzoon, de huisarts Jan Kop
pen junior die zijn jubileum vierde. Zijn
praktijk bestond 20 jaar. Dan had je haar
zoon, Jan van Giessen, ook wel 'Commo
dore'genoemd, officier bij de luchtmacht
en bekend vliegpionier, die als eerste mens
non-stop van Nederland naar IJsland was
gevlogen. In die tijd een staaltje waaghal
zerij. Een van haar dochters was getrouwd
met de burgemeester van Middelie, Warder
en Kwadijk, haar zus was gehuwd met een
directeur van de Twentse Bank, een aan
getrouwde nicht was tandarts in Amster
dam en dan had je nog de drie (geslaagde)
broers van Jan.Twee waren eveneens huis
arts en één was rijk geworden 'in de Suiker'
in Nederlands Indië. Tenslotte en niet te
vergeten, de beste vriend van Jan Koppen,
Van Staveren -burgemeester van de ge
meente Graft. Oma, een typische represen
tant van de klassenmaatschappij, dacht en
handelde als een snob- maar dan als een
inconsequente snob. Zoals er wel meer in
de familie waren, was zij op afstand in haar
oordelen hard maar van dichtbij gedroeg
zij zich zachtaardig en plichtsgetrouw; een
gezin in de buurt werd als dermate ver
armd, primitief en vervuild beschouwd,
dat niemand er wilde bakeren. Op zo'n
moment kwam Oma in actie door wel te
helpen. Niet uit liefdadigheid maar omdat
het vanzelfsprekend was.
Oma was niet de enige die de jubileum
viering vanaf een afstand gade sloeg. Nog
verder weg, vanuit een wijd open gesperd
slaapkamerraam, verscholen achter een
hor, op de eerste verdieping keken de
twee jongste dochters van Jan Koppen
junior vergenoegd toe hoe die rare fami
lie van hen zich daar vermaakte. 'Kijk die
Dikke man daar.'
'Dat is oom Flux, de man van tante Helena.'
Bij de lange tafel met al het uitgestalde lek
kers, salades, een vruchtenbowl, tientallen
taartjes en schalen met kaassoorten, pa
ling en haring drentelde de tonronde bur
gemeester van Middelie, Warder en Kwa
dijk. Bij de taartjes kwam hij tot stilstand.
Hij leek een wanhopige blik op te zetten
en '...ik kan niet kiezen...' te mompelen.
Hij greep twee taartjes vast en snel nam
hij van beide een grote hap waarna hij de
half afgekloven taartjes teruglegde om
zich met kruimels in de mondhoeken tus
sen de gasten te mengen. Ciska en Thelma
giechelden naar elkaar en droomden weg
bij een beeld dat ze voor altijd vasthielden,
als een toevluchtsoord waarin ze zich kon
den terugtrekken nadat de goede tijden
overgingen in de mindere periode. Voor
hun ogen voltrok zich het partijtje op een
beschaafd gedempte toon met op de ach
tergrond het ritmische kikkergekwaak uit
vele buurtsloten en daar doorheen hoorde
je het pianospel van dorpsgenoot en pia
noleraar Hop -'die Forelle'van Schubert.
Tot 1939 leek zich alles af te spelen in een
idyllische onschuldigheid, althans voor
Ciska (6 jaar oud) en Thelma (4 jaar oud).
Ciska was op een charmante manier stoer,
die als durfal graag met de dorpsjongens
erop uit trok. Thelma was een lief knuffel
dier dat liever thuis speelde en beschikte
134