honden melk drinken! Die lijden meer on der het voedseltekort. Mensen redden zich wel!' Mammie was zo verbouwereerd en murw van de tocht door de winterse kou, dat ze geen verzet pleegde en maar ging zitten bij de potkachel terwijl de hond jes gulzig hun melk oplikten. Tussendoor werd de negentienjarige Evelien door Oma beschuldigd van het niet mee willen helpen in het verschaffen van eten en ze werd 'geofferd'. Met de woorden 'Eruit, le lijk loeder!'werd ze het huis uitgegooid. Ze vond onderdak bij aangetrouwde familie in Oost- Graftdijk. Mammie was het tenslotte zo zat dat ze besloot samen met Ciska en Thelma ken nissen in de stad te bezoeken - om maar even weg te zijn bij die 'vreselijke' Oma. Omdat zowat het gehele openbaar vervoer plat lag, werd het een heel gedoe om bij de kennissen aan te komen. Het was een gezellig samenzijn tot een onverwachte bezoeker langskwam. Hij kende Mammie en ook haar achtergrond niet, maar toen hij tegenover haar zat, keek hij haar in dringend aan.'Mevrouw, er staat een man achter u. Het is een man met een rond ge zicht en een kaal hoofd.' Mammie schrok, '...dat moet mijn overleden man zijn.' De bezoeker knikte, 'dat zal hem zijn en hij zegt iets, hij waarschuwt u voor een man met een jeneverglas in de hand.' Mammie voelde het bloed uit haar gezicht trekken, een rilling liep over haar rug. Meer viel er niet te vertellen en te begrijpen. Van wat een ongedwongen dagje uit had moeten zijn, was niet veel meer over. Het voorjaar kwam eraan en de oorlog liep ten einde. Ondanks alle tekenen we zen op een aanstaand verlies van de oor log door Duitsland, geloofden Mammie en Oma heilig dat Hitier op het laatst een nieuw Wonderwapen zou inzetten en dat daarmee het tij zou keren. Het was de ge dachtegang van een wanhopige. Op een ochtend in mei fietste iemand langs en riep telkens weer:Het is vrede!' Een schok ging door het huis, 'Wat moeten we nu!?' Met de internering in Fort Spijkerboor in 1940 in het achterhoofd rekende Mammie erop dat ze weer zou worden opgepakt. Oma verwierp die gedachte onmiddellijk. Ten eerste was zij te oud om te worden op gepakt en ten tweede zou de Commodore -die in 1944 door de Russen was bevrijd uit een Duits krijgsgevangenenkamp- haar te hulp schieten. Het eerste wat Mammie deed was alle dingen die aan de NSB her innerden in een metalen kistje proppen en dit te begraven in Oma's achtertuin. Na het invallen van de duisternis werden alvast kleren van de meisjes weggebracht en naar de laatste vrienden die Mammie in West-Graftdijk nog had - de familie Wolf. Een paar dagen lang gebeurde niets. Het enige verschil met de oorlogstijd was dat de mensen nu NSB'ers openlijk boze blik ken toewierpen. Maar gezegd of geroepen werd niets. Er heerste een ijzige stilte. Het zo geroemde Zweedse Wittebrood vond niet zijn weg naar Oma's huis. NSB'ers werden hiervan buitengesloten. Later die week speelden Cis en Thel nietsvermoe dend in de buurt van één van deakkers.Tot hun schrikzagen ze hoe een NSB boer mid den op zijn akker werd gearresteerd. Vlug renden ze naar huis.' Mammie, Oma, boer X is opgepakt. Met een geweer in zijn rug geprikt en met zijn handen omhoog is hij afgevoerd!' In het huis brak commotie uit. Vliegensvlug griste Mammie al het zilver bij elkaar en nog wat andere waardevolle spulletjes en verstopte dit onder de deken in de poppenwagen.'Snel lieverds, ren met de poppenwagen naar de familie Wolf en blijf daar wachten!' De meisjes deden wat hen werd gezegd. Met een bonzend hart in 161

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2011 | | pagina 33