ve dorp hierover roddelde en er schande van sprak interesseerde haar geen zier. Zij leefde toch al met de rug naar deze men sen toe. De militairen waren heel muzikaal en speelden op de piano allerlei Duitse liederen (Heideröschen, Annchen von Ta- rau, Auf dem Dach der Welt). Van Mammie hoorde tante Helena Drost, de vrouw van de burgemeester van Kwadijk, Middelie en Warder, dat er heuse muziekmatinees wer den gehouden in het doktershuis. Aldus ar riveerde ze op de fiets, in haar bontmantel van veulenvel uit Kwadijk.Toen ze van haar fiets afstapte, leek het alsof ze twee bruine planken omgebonden had, zo stijf bungel den de vellen om haar pezige lijf heen. Ook zij was muzikaal en kon heel goed pi ano spelen. Het was een hele samenklon tering van talenten en halve talenten, nu Helena in haar kielzog Oma en de mops hondjes had meegevoerd. Nadat Helena pontificaal, als ware zij een operadiva, haar bontmantel van zich afwierp en over de divan drapeerde met de kennelijke bedoe ling het veulenbont aan een iederte tonen, barstte het pianospel en gezang los. Na een paar seconden verroering, eindigde het alweer omdat bouvier Dela als reactie op het klankenspel een wolvengehuil af gaf. Na wat commotie werd het beest door het dienstmeisje bij zijn nekvel gegrepen en voor de deur gezet. Vervolgens slaakte men de nodige zuchten, dronk een ex tra kop thee en rekende men erop dat de tweede poging goed moest gaan. Maar, wat niemand behalve Ciska en Thelma merkten, was dat een van de mopshond jes minutenlang fanatiek snuffelde aan de veulenbontmantel en opeens zijn pootje optilde om er tegenaan te plassen. Gie chelend renden Cis en Thel naar buiten en proestten er daar op los. Tante Helena had niets gemerkt, pas toen zij tegen de dijkweg opfietsend uit het zicht verdween, vertelden de meisjes het verhaal in geuren en kleuren aan Mammie die geschokt de hand voor de mond sloeg en tegelijk haar lachen niet kon inhouden. Ondanks het plezier dat Mammie en tante Helena aan de soldaten beleefden, kon de rest van het gezin dit alles niet echt be koren. De dokter was ronduit ontstemd (helemaal vanwege het geroddel), maar hij had geen zin (en wellicht ook de moed niet) om de strijd met de extatische Mam mie aan te gaan. Mammies stiefdochters ontvluchtten hierdoor het huis nog meer. Alleen de koters Thelma en Ciska waren geboeid, ze werden uitgebreid vertroeteld door de mannen en aangesproken met een raadselachtig klinkend:'Nah, ihr Miet- zekatzen!'. Met zijn Leica maakte een van de soldaten een foto, die nu nog als een van de mooiste binnen de familie wordt gekoesterd. Hierop leest Mammie voor uit een sprookjesboek. Een mooie foto, maar tevens een herinnering aan een fatale fase. Na een typisch Duitse kerstviering met de militairen, waarbij uit volle borst stemmige kerstliederen werden gezongen en het dienstmeisje heerlijk geurende maaltijden opgediende, brak het jaar 1940 aan. De inval van de Duitsers begon op 10 mei 1940. Veel merkten ze er niet van in het dorp. Alleen de rondwandelende soldaten waren op slag verdwenen. Die verdwenen in krijgsgevangenschap naar Canada. On danks de sympathie voor Duitsland werd in het doktershuis de overval op Neder land teleurgesteld en met afkeuring opge nomen. Mammie maakte zich zorgen over haar broer bij de luchtmacht die in de strijd boven Nederland verwikkeld was. De dok ter bezocht die dag patiënten. In elk huis werd de zorgelijke toestand besproken, 's Avonds deed hij samen met Nori nog een 'rondje patiënten'en onderweg zagen ze in de verte lichtkogels met een sierlijke boog 148

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2011 | | pagina 20