hand opgevoed als nuchtere Hollandse
meiden. Ciska en Thelma werden door
Mammie als prinsessen groot gebracht.
Liefkozend werden ze Pupsie en Bullie ge
noemd. Als ze naar school gingen hadden
ze soms geen boterhammen bij zich maar
cake en in de winter werden ze gekleed in
bontmanteltjes met bijpassende mutsjes,
sjaaltjes en handschoentjes. Tot hun afgrij
zen zong de dorpsjeugd hen vrolijktoe met
'Heel klein beertje moet gaan dansen'. En
ook de Koppen meisjes konden er wat van.
Zo was er een meisje, Treintje genaamd
dat ook geplaagd werd. Thelma en Ciska
riepen op een dag in koor met andere kin
deren Trein Troet varkenssnoet!'. Opeens
renden alle kinderen weg, alleen Thelma
had niet gezien dat de moeder van Trijntje
heel dichtbij stond en bleef maar roepen
totze een klap in het gezicht ontving.Trijn
tje werd niet meer gepest. Thelma en Ciska
hadden ook een beschermvrouw. Dat was
hun oudere zus Anna. Die had een keer bij
de dorpskinderen een onuitwisbare indruk
gemaakt door een levende hooiwagen bij
één poot vast te pakken en deze voor een
moment in haar mond te stoppen. Als de
jongste Koppen meisjes gepest werden
dan riepen ze: 'Pas op, anders komt Anna
met de harde hand!' Dat scoorde. Ciska en
Thelma moesten van Mammie pianoles
volgen bij pianoleraar Hop. Het was geen
succes en de arme Hop werd er zenuwach
tig van. Dan kreeg hij last van zijn zenuw
trek waarbij hij zijn wenkbrauwen telkens
omhoog trok. Ciska was hierdoor zo gefas
cineerd, dat toen Hop alweer weg was, zij
zelf zijn tik had overgenomen en niet meer
kon ophouden met het optrekken van haar
wenkbrauwen. Mammie was in alle staten
en riep maar'O lieve hemel, het arme kind
is nu mismaakt!'Jan zei datje het gewoon
moest negeren, dan zou het vanzelf over
gaan en inderdaad vlak voor het slapen
gaan was alles weer in orde.
Samen met hun oudere zussen kwamen
Cis en Thel menigmaal in opstand tegen
Mammie, die protesteerde dat ze het toch
allemaal goed bedoelde. Als ze echt be
straffend wilde optreden slaakte Mammie
smekende kreten zoals,...doe nou toch
niet, lieverds. Dat is stout van jullie, daar
maak je Mammie mee verdrietig.' Dat was
haar (te) zachte kant. De driftkop kwam
tevoorschijn toen ze na de zoveelste eet-
weigering van de Cis en Thel pardoes een
stoel door de glazen serredeuren smeet.
Ijlings moest timmerman Ten Tij worden
geroepen om de reparatie uit te voeren
voordat de dokter thuis kwam. Intussen
waren de geschrokken Cis en Thel de straat
op gerend en vertelden iedereen die het
maar wilde horen (en dat was iedereen)
wat zich had afgespeeld. Zo kon de dokter
de volgende dag het hele verhaal via zijn
patiënten horen en ook dit besloot hij te
negeren.
Zorgen over hun moeder maakten de
twee jongsten zich niet. Ze trokken door
de weilanden, deden mee aan spelletjes
zoals ballen tegen een muur gooien en
hinkelen op vakken die met krijt op de be
strating waren getekend. Dikwijls namen
ze een kijkje in de schuren van de boeren.
Ze waren vooral onder de indruk van een
boerderij van de familie Koomen waar de
stallen ieder voorjaar, als de koeien de wei
ingingen, helemaal schoon geboend en
met zand bestrooid werden. In dat zand
tekende de boer de mooiste motieven,
zoals bloemen en dieren waaraan de kin
deren zich vergaapten. Het was hier dat je
heerlijke aardbeien kon kopen bij de boe
rin die helemaal haaks liep, krom gebogen
van het harde werk. In de zomer was het
zwemmen als een vis in het Noord Hol
lands Kanaal en slootje springen. In de win
ter was er ijspret en werd volop geschaatst.
Als het eerste ijs er lag, konden Cis en Thel
143