thee met een schaaltje pikzwarte kersen
en een kersentaart die gekroond was met,
uiteraard, een dikke toef slagroom. Lichtjes
met haar zilveren vorkje in de lucht zwaai
end, genoot Mammie zichtbaar terwijl
Anna als een boze kat bleef broeden. Toen
Jan naar de houder van de tuin liep om
de rekening te betalen, propte Anna haar
laatste kersen in de mond en spuugde, om
en om, een goedgemikte pit richting Mam
mies nieuwe, witte schoenen. De pitten
raakten net niet de schoenen, maar nau
welijks zichtbare spettertjes kersenrood
sproeiden toch wel op het gelakte leer.
Dit soort min of meer openlijk, en over en
weer uitgespeelde conflicten, leidden er
uiteindelijk toe dat eerst Anna en daarna
Nori een paar jaar bij familie in Amsterdam
werden ondergebracht. De meer gemoe
delijke Evelien mocht blijven.
Een volgend duo dat aan de beurt kwam
om verandering te ondergaan, betrof de
twee dienstmeisjes voor dag en nacht.
Voorafgaand aan Mammies komst was het
de gewoonte dat de dienstmeisjes tijdens
de maaltijden mee aten. Omdat Jan veel
goed vond, werden de maaltijden dikwijls
beheerst door het vrijpostige en vooral
giebelige gedrag van de dienstmeisjes.
Mammie vond dit totaal ongepast en liet
de 'brutale mormels' de laan uit sturen.
Later zou ze verzuchtten dat de meisjes
bij indiensttreding met een heel klein kof
fertje waren gearriveerd. Gedurende de ja
ren in het doktershuis had de dokter ze zo
rijkelijk beloond dat ze bij hun vertrek een
vrachtauto nodig hadden om hun spullen
af te voeren. Vanuit het woonkamerraam
zag een hoofdschuddende Mammie hoe
koffers, dozen, lampen, meubels en een
fiets zowel als een naaimachine voor ieder
meisje werden ingeladen.
Hierna kondigden zich snel de geboortes
van Ciska en Thelma aan. Bij de komst van
de eerste baby stelde Jan schuchter voor
om het kind Ciska te noemen. Mammie
vond het gelijk een mooie naam, maar wat
ze niet wist, was dat dit de tweede naam
van Guurtje was geweest. Jan had haar dit
niet durven zeggen, bang dat ze zou wei
geren. Mammie gaf vaker blijk van haar ja
loezie ten opzichte van Jans eerste vrouw
en bij ruzies vlogen delen van het servies
door de kamer waarna het dienstmeisje
of Nori de scherven moest opruimen. Re
den genoeg voor Jan om de achtergrond
van de naam te verzwijgen. Bij de tweede
dochter liet Mammie geen ruimte over
voor 'misverstanden' en noemde deze
baby naar de personages uit haar favoriete
boeken:Thelma Thora.
In 1934 stierf plotseling de vader van Mam
mie. Hij had rustig in huis gezeten en een
boek gelezen toen hij het motorgeluid
van een laag vliegend vliegtuig hoorde.
Ondanks zijn hartkwaal was hij naar bui
ten gestormd. Dit moest zijn zoon zijn,
die zijn ouders groette vanuit een vlieg
tuig. En inderdaad, buiten gekomen, was
daar een alsmaar rondcirkelend vliegtuig.
De dominee haalde een witte zakdoek uit
zijn broekzak en zwaaide daarmee naar
het vliegtuig -een laatste groet. Vertraagd
zakte hij door de knieën en plofte, met zijn
gezicht in het gras, dood neer.
Half Oost-Graftdijk was al de dijk opge
klommen om hun vroegere dorpsgenoot
toe te zwaaien. Nu lag ook nog een dode
dominee in het gras. De Commotie was
groot en met droefenis volgden veel be
woners de begrafenisplechtigheid waarbij
nog eens werd herinnerd aan de preek die
de kerkhangers het meest was bijgeble
ven: Wij leven in het licht van verdwenen
sterren'. Na de begrafenis verliet zijn vrouw
-Oma- de pastorie. Zij verhuisde, samen
met haar mopshondjes, naar een senioren
woning in West-Graftdijk, naast de pasto-
141