Traag voltrok zich het leven en er wilde
geen opgewektheid wederkeren zoals
ten tijde van Guurtje. Als ouderling van de
doopsgezinde gemeente bezocht Jan op
menige zondag dominee Van Giessen in
Oost-Graftdijk. Dergelijke bezoekjes be
gonnen niet zelden chaotisch. De dokter
kwam op zijn 'uitslaapdag' moeilijk uit bed
wat tot het nodige gehaast leidde. En dan
riep hij allerlei bevelen in de richting van
zijn dochters; dat ze zijn jas moesten halen,
dat hij zijn tas niet kon vinden en dat de
fiets klaargezet moest worden. Na de kerk
dienst dronk hij koffie met de dominee en
diens vrouw (Oma).
Het domineesechtpaar had een heel stel
kinderen. Een daarvan was hun zorgen
kind. Nel heette ze en ze was onbezonnen
en een tikkeltje te frivool voor een Noord
Hollands dorpsmeisje. Ze wist dat ze mooi
was en ze droomde van een avontuurlijke
man die haar voorgoed zou verlossen van
het -in haar ogen- afstompende dorpsle
ven. Maar haar vader was geen rijke domi
nee en in die tijd letten de geschikte man
nelijke kandidaten (uit de zogenaamde
betere klasse) vooral op de bruidschat. De
dominee en zijn vrouw hadden de schrik
te pakken toen de wereldse verlangens
van hun dochter bijna in daden omgezet
werden. Met haar broer, de luchtvaart pi
onier, was ze meegegaan naar één van
zijn wilde luchtmachtfeesten. Terwijl ze
iets te enthousiast de Charleston danste,
was ze tegen een vliegenier aangebotst
die best avonturen in petto had. Hij was
al getrouwd, maar dat maakte voor hem
niet uit en hij beloofde te scheiden voor
de mooie Nel. Zij zou de zijne worden. Uit
Parijs en London schreef hij haar ansicht
kaarten met lieve woordjes die hij ver
stopte onder de royaal opgeplakte post
zegels, zodat haar ouders ze niet konden
lezen. Desondanks ontdekte de dominee
het gedonder. Net toen hij wilde ingrijpen
was de voorzienigheid hem voor. De piloot
verdween met zijn postvliegtuig boven
het Marsdiep bij Den Helder. Dagen later
spoelde zijn lichaam bij Terschelling aan.
Nel was ontroostbaar en wilde niet meer
leven, althans dat zei ze. Toen bleek dat
haar verdriet maar niet over wilde gaan,
zag Oma een kans die alle problemen in
één klap zou oplossen, kortom de -in haar
ogen- ideale match. Ze werd aan Jan Kop
pen voorgesteld. En zo trouwde in 1932 de
dochter van de dominee op stand met de
veel oudere dokter uit West-Graftdijk.
Na het huwelijk bracht de jonge vrouw
gelijk leven in de brouwerij. Ze liet zich
door iedereen Mammie noemen. De mei
den Anna, Noor en Evelien werden eerst
vertroeteld en geliefkoosd zoals ze jaren
niet hadden meegemaakt. Maar die lange
tijd zonder moeder en een vaak afwezige
vader hadden hun sporen achtergelaten.
De zussen waren gewend aan een zekere
vrijheid en mondig verdedigden ze hun
verworven status. Die mondigheid werd
Mammie snel teveel. Het begon met fel
ler wordende botsingen met Anna. De
nuchtere Anna beschouwde de exotische
Mammie met haar te dure jurken als een
indringer in de ideale verstandhouding die
zij met haar vader had. Zij werd van haar
bevoorrechte positie beroofd als eerste
vrouw in dit huishouden. Vlak na hun hu
welijk besloot Jan om met Mammie naar
een kersentuin te rijden. Blijkbaar had
Anna dit meegekregen want toen ze bij de
auto aankwamen zat daar Anna op haar
'overgeërfde' plek naast de bestuurders
zitplaats. Bedeesd als Mammie toen nog
was, nam zij plaats op de achterbank. Jan
had wel even opgekeken maar besloot van
zijn verbazing geen gewag te maken. Bij
de kersentuin aangekomen bleek het bij
zonder gezellig te zijn en het drietal dronk
140