een strenge winter het kersverse meer met
een stevig ijspantser had uitgerust. In het
daarop volgende voorjaar was een auto
met vier inzittenden te water geraakt. De
dokter kon slechts de dood vaststellen en
het gruwelijke detail registreren dat som
migen de kluwen haren van de anderen in
de handen geklemd hielden, zo hadden ze
gevochten om uit de auto te komen. Dan
was er nog de schrijnende armoede die je
op niet weinig plekken meemaakte. Een
arts kwam overal binnen, met eigen ogen
zag hij hoe bij een familie de kinderen met
blote voeten op de eettafel moesten staan
om in hun onverwarmde slaapvliering te
klimmen. Nadat hij een bevalling had ge
daan bij een doodarm gezin reikten de
mensen hem een handvol dubbeltjes en
stuivers om te betalen. Om hun trots niet
te kwetsen nam hij het aan en liep nog
eenmaal naar de wieg waar hij het geld
ongezien onder het dekentje van de baby
liet glijden. Dit soort ervaringen grepen
hem aan en dan piekerde hij over de soci
ale ongelijkheid.
Het grote welvaartsverschil was onge
twijfeld debet eraan dat in 1931 werd in
gebroken waarbij de spaarvarkens van de
kinderen werden gestolen. Via de kinder
speelkamer, naast de serre, waren de in
brekers binnengedrongen. Ze waren erin
geslaagd langs de anders zo blafgrage
bouvier Ouwe Tom te lopen zonder dat
deze aansloeg. Het verlies van de spaarvar
kens was nog te tolereren geweest maar
de grootste schok had Ouwe Tom opgelo
pen. Die heeft sinds de inbraak nooit meer
geblaft.
Ouderling van de doopsgezinde
GEMEENTE EN HET TWEEDE HUWELIJK
Om te kunnen ontspannen en het verlies
van zijn vrouw voor even te vergeten, las
Jan graag kranten zoals het Handelsblad
en de Telegraaf. Iets te serieus vertelde hij
daarna de anderen wat hij las. Binnen de
familie noemde men hem daarom schert
send'Jan Courant'.
De pastorie in Oost-Graftdijk met rechts Oma en in het midden Mammie
139