gehouden. Toen uit zijn opvolgend huwe lijk een dochter werd geboren, gaf hij haar de tweede naam van Guurtje: Ciska. Maar voor het zover was, werden tussen 1920 en 1926 Anna, Nori en Evelien geboren. In 1927 was Guurtje weer in verwachting, iedereen hoopte op een jongen maar het onvoor stelbare gebeurde. Ze werd onwel, de weeën zetten in zonder dat er ontsluiting plaatsvond. Jan drong erop aan datze naar het ziekenhuis ging. Ze weigerde pertinent waarna ze binnen een dag, aan interne bloedingen stierf. In haar doodstrijd nam ze de ongeboren baby mee. Het was een jongetje en hij werd bij haar in de kist ge legd. Samen daalden ze in het graf af waar Antje Dikker hen voor was gegaan. Dokter Koppen en zijn drie dochters, een jaar nadat zijn eerste vrouw was oveleden Het gezin was ontredderd. Guurtje's ou ders kwamen over uit Amsterdam en trok ken in bij Jan om voor de kinderen te zor gen. Behalve Anna bleven de twee jongste kinderen nog lang in het ongewisse over hun moeders dood. Eerst werd ze verteld dat hun moeder in het ziekenhuis lag en te ziek was om bezoek te ontvangen. Uit eindelijk lekte de gebeurtenis uit via de dorpskinderen. Nori kreeg te horen dat haar moeder was overleden en in één adem werd haar meegedeeld dat ze een doodgeboren broertje had. Opgewonden rende ze naar huis. Buiten adem van het hollen stormde ze de woonkamer in. Haar grootouders en vader keken op. 'Pa, ze zeg gen dat ik een broertje had!' Een verschrikt zwijgen sloeg haar tegemoet. Nori bleef niets anders over dan geruisloos de kamer te verlaten, in de overtuiging dat ze iets heel ergs had gezegd. De tussenperiode Intussen trok Jan zich nog meer terug in zijn werk. De praktijk en de patiënten wa ren alles voor hem, maar eigenlijk ook te veel. Het was de grootste plattelands prak tijk van Noord-Holland. Als dokter stond je in die tijd dag en nacht klaar voor je pati ënten. Er waren geen andere artsen waar mee je de praktijk kon delen - funest voor iemand die geen nee kon zeggen. Hoewel hij met zijn schoonouders onder één dak leefde, was er niet veel sprake van samen leven. De enige die echt tot de weduwnaar wist door te dringen was Anna, zijn oudste dochter. Zij reed vaak mee in de auto als hij patiënten bezocht, beluisterde zijn ver halen over vroeger, hielp hem in de apo theek en maakte uitstapjes met hem naar Amsterdam, waar ze samen bij het restau rant 'Dikker en Thijs' een diner nuttigden. Het leek allemaal heel gezellig, maar Anna was daarmee al vroeg kind af. Ze voelde zich mede verantwoordelijk voor het huis houden en het welzijn van haar vader en zusjes. Naast de gebruikelijke perikelen die zich voordeden binnen een huisartsenpraktijk waren het vooral de bijzondere ervaringen die zich in het geheugen vastzetten. Zoals een autorit over het IJsselmeer in 1929 toen 138

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2011 | | pagina 10