Een opmerkelijke gebeurtenis
Tussen 6 en 16 juni 1646 doet een klein ge
zelschap de Schermeer aan om in opdracht
van Sievrick Siersma, notaris te Alkmaar, de
inventaris op te maken van alle bezittingen
en schulden van wijlen Jan IJsbrantsz., alias
Calis Jan, en Anna Pietersdr., zijn weduwe.
De op 6 juni overleden Jan IJsbrantsz. was
molenaar in de nieuw bedijkte Schermeer.
Hij laat twee erfgenamen na: Maritgen,
een dochtertje uit een eerder huwelijk en
zijn vrouw Anna Pietersdr.
Een oom van Jan IJsbrantsz., Dirck Jansz.,
wonende in de Schermeer, moet toezien
op een eerlijke verdeling van de nalaten
schap tussen de weduwe Anna Pietersdr.
en het weeskind Maritgen.
Het verzoek tot het opmaken van deze
inventarislijst komt uit Egmond en is af
komstig van Jan Henricxz., de schoonva
der van Jan IJsbrantsz. en opa van Marit
gen. Dit verzoek wordt overgebracht door
twee huurlieden uit Egmond, die door de
schepenen van Egmond belast zijn met de
voogdij over Maritgen.
Of de bezittingen, die in de inventarislijst
opgesomd worden, op het tijdstip van in
ventarisatie nog op hun oorspronkelijke
plaats in de molen staan, is de vraag. De
lijst geeft de indruk dat alles door elkaar
staat. Het is mogelijk dat Anna Pietersdr.
na de dood van haar man de molen heeft
moeten ontruimen en alles in 'de opstal
van het koehuis' heeft opgeslagen.
Het gezelschap begeeft zich na de inven
tarisatie van de bezittingen waarschijnlijk
naar het Blauwe Huis om de schuldeisers
de gelegenheid te geven zich daar te mel
den voor het opstellen van de lijst met
schulden. Voor het gelag daar verteerd,
wordt de herbergier Jacob Pietersz. Vla-
mingh voor een bedrag van twee gulden
en twee stuivers in de schuldenlijst opge
nomen op seeckere comparitie van desen
boedels wegens aldaer gehouden.
De inventaris, zoals deze op 16 juni in Alk
maar bij notaris Sievrick Siersma passeert,
is alleen door Siersma zelf ondertekend. Er
wordt nadrukkelijk gemeld dat de minute
(d.i. de openbare akte) door Cornelis Pie
tersz. Bontekoe en Claes Jaspersz. Glase-
maecker als getuigen mede getekend is.
De transcriptie van de inventarislijst is opgeno
men in de bijlage aan het eind van dit artikel
Jan IJsbrantsz. Bijl
Jan IJsbrantsz. wordt in de inventarislijst
vermeld als molenaer op een watermolen
in de nieuw bedijckte Schermeer. De Scher
meer is voor 1634 een groot en diep meer
ten oosten van Alkmaar. In 1635 wordt dit
meer door 52 molens drooggemalen. Het
polderbestuur houdt rekeningboeken
bij met een overzicht van de inkomsten
en uitgaven gedaan ten behoeve van de
droogmaking en het onderhoud van de
Schermeer met daarbij een korte verant
woording.
In het vijfde rekeningboek, dat verant
woording aflegt over de periode april 1638
- april 1639 wordt Jan IJsbrantsz. Bijl voor
het eerst genoemd. Daarin staat ook zijn
alias vermeld: Calis Jan (een berooid man,
een Jan zonder geld). Hij is dan molenaar
in de bovenmolen aan de Laan. De molen
gang aan de Laan bestaat uit drie molens,
die in polder L aan de Laanvaart liggen en
het water van de Laanvaart naar de ring
vaart uitslaan.
Er is grote wateroverlast in polder L,
waardoor Jan IJsbrantsz. zijn molenwerf
90