Basis was zijn chirurgijnkist, waar de meest
enge instrumenten uit te voorschijn kwa
men.
Op een primitieve tafel, bij flakkerend
kaarslicht, moest de meester zijn patiënten
behandelen. In een zeeoorlog betekende
dat meestal amputeren. (Naast de chirur
gijnkist was er ook een bak voor te ampu
teren ledematen die daags na de slag op
een stil moment over boord gegooid zou
den worden).
Naast deze oorlogsverwondingen waren
epidemieën een plaag: in de achttiende
eeuw was dat vaak de vreselijke vlektyfus
(scheurbuik werd al bestreden met verse
groenten).
De chirurgijn had aanvankelijk geen bij
zondere status. Hij functioneerde op het
niveau van ambachtsman en was verge
lijkbaar met een kok, timmerman of zeilen
maker. Eind 17e eeuw behoorde de chirur
gijn echter tot de best betaalde officieren.
NIEUWE BOEKEN IN DE MUSEUM WINKEL
Jan Adriaanszoon Leegwater. Een kleine Kroniek van het Schermreiland;
OPNIEUW VERTELD DOOR HANS KeUNING
Een kleine Kroniek
van het Schermereiland
Uitg. Bijlsma Polak, Alkmaar 2011.
Het is een wat wonderlijk gebruik om ach
ter in een studie als een soort toegift een
geschiedenis op te nemen. Toch was dat
niet ongebruikelijk in
de 17e eeuw. De Rij
per Zee-postil (1699)
bevat als toegift een
uitgebreide geschie
denis van Holland en
het Schermereiland.
Ook het gebeden
boek van de dominee
uit Stavoren bevat
als laatste deel een
geschiedenis van die
stad. Leeghwater die
het Haarlemmermeer
boek bijna als een ge
loofsbelijdenis schreef, voegde aan deze
zeer persoonlijke studie ook een zeer per
soonlijk verhaal toe: dat wat hij wist van de
geschiedenis van Graft en De Rijp. Het is
Jan Adriaanszoon Leegwater
Hans Keuning
een grabbelton van 37 genummerde weet
jes en daarbij lezenswaardig. Het nodigt uit
tot vertalen en Hans Keuning heeft dat ook
met inventiviteit gedaan: zelfs de naam
van Leeghwater is hertaald tot Leegwa
ter zonder 'h', hetgeen mij iets te ver gaat.
Het Haarlemmermeerboek heeft vele
drukken beleefd (tot in de 19® eeuw). In de
laatste drukken is de Kleine Kroniek weg
gelaten. Deze afzonderlijke vertaling van
Hans Keuning is bijna een goedmakertje.
Bij een volgende oplage van zijn hertaling
is het zeker interessant het aantal drukken
van het Haarlemmermeerboek te vermel
den en te bekijken hoe lang de kleine kro
niek het heeft volgehouden, nog los van
tussentijdse redactionele aanpassingen.
Herman Meddens
Dit aardige boekje is voor 9.00 te koop in
de museumwinkel.
124
{1575 1650)
Opnieuw verteld door