in werking gesteld. Over de hele linie wer
den Nederlandse militairen voornamelijk
op boerderijen ingekwartierd. Ook werden
reeds in 1939 gebieden ten oosten van de
linie geïnundeerd en moesten de inwo
ners toen al evacueren. Verhalen van deze
inwoners staan ook in het boek.
Op zaterdagmiddag 9 september 1939 kwam
de burgemeester samen met de veldwachter
huis aan huis aanzeggen dat de bewoners
uiterlijk dinsdag 12 september uit hun huizen
moesten zijn. Dit vanwege het feit dat het
gebied geïnundeerd, onder water gezet, zou
worden. Dat was nodig in verband met de
toenemende oorlogsdreiging.
Men had dus twee werkdagen de tijd om
huisraad in te pakken. De boeren moesten
al hun vee evacueren en de oogst die nog op
varkens en veertig of vijftig kippen.
Op het moment van de Duitse inval, zou
den alle inwoners van het Grebbelinie-
gebied moeten evacueren. Pas op 10 mei
1940 hoorden zij waar men naartoe zou
gaan. Dat was in de maanden daarvoor
strikt geheim gehouden. Een groepslei
der of blokhoofd kwam het persoonlijk
bij ieder gezinshoofd aanzeggen. Hij had
de leiding over vijftig personen. Twintig
groepsleiders stonden onder auspiciën
van een hoofdleider. Zo werden groepen
van duizend personen gevormd.
De inwoners van Stoutenburg en Leus
den evacueerden per trein. Dat gold voor
het hele middendeel van de Grebbelinie.
De bewoners van het noorden van de
Grebbelinie evenals die in het zuiden wer
den met boten geëvacueerd.
Geïnundeerd gebied in Leusden (1939)
Uit: Dorpen op drift (archief Historische Kring Leusden)
het land stond werd met de hulp van militai
ren van het land gehaald. Ook de hooiber
gen werden leeggehaald. De vader van Jan
was bierbrouwer bij Phoenix in Amersfoort.
Hij had geen koeien. Wel had hij een paar
Het gezin Wolswinkel werd naar Oost-Graftijk
gebracht, naar de familie Koekoek, een aan
nemer die twee kinderen had. Cees keek zijn
ogen uit. In Noord-Holland waren de water
standen ook verhoogd. De mensen in Oost-
115