die waarschijnlijk voor Jan IJsbrantsz. en
zijn vrouw onmisbaar zijn, zoals bijvoor
beeld houten lepels om mee te roeren.
Ook een mes en een eetlepel zullen niet
ontbroken hebben, evenals een houten
plankje om brood op te snijden. Met een
pottenkijker, een klein olielampje in de
buurt van het vuur kijkt Anna Pietersdr. in
de pruttelende de ketel boven het vuur,
terwijl zij met behulp van de tondeldoos
het vuur opnieuw aansteekt, wanneer dat
is uitgegaan. Met een stoofje houdt Anna
Pietersdr. in de tochtige molen haar voe
ten een beetje warm, terwijl zij met naald
en draad kleine reparaties aan kleding
verricht zal hebben. Verder zijn er aarde
werk zalfpotjes met smeerseltjes tegen
allerhande kleine ongemakken. Een kam,
een schaar, een pispot, maar ook een olie
lampje of kaarsenhouder om wat licht in
de molen te hebben. Jan IJsbrantsz. krijgt
kaarsen van het polderbestuur om zich bij
te lichten, wanneer hij bij nacht zijn molen
op de wind moet zetten, maar dat zal niet
voor persoonlijk gebruik bedoeld zijn. Er
zal door het polderbestuur ongetwijfeld
op zijn toegezien dat de molenaar en zijn
vrouw de molen en het erf netjes houden.
Dus zal er materiaal aanwezig zijn om de
molen en het erf schoon te houden.
Schulden
Diverse zaken uit deze schuldenlijst zijn
al besproken en houden verband met het
opgezette boerenbedrijf: de huurschuld
aan burgemeester Pauw, de schuld aan
de schoolmeester over de aankoop van de
twee schapen en de schuld aan Huijbert
Adriaensz. voor het weiden van Jan IJs
brantsz. zijn koeien.
Er is geld geleend van Cornelis Willemsz.
van 't Veer en van Dirck Jansz. Bijl, de oom
van Jan IJsbrantsz. Hoe recent deze lenin
gen zijn is niet duidelijk. Het is mogelijk
dat Dirck Jansz. Bijl naar Egmond gereisd is
om de familie over het overlijden van Jan
IJsbrantsz. te informeren en daar reiskos
ten voor gemaakt heeft. (Deze Dirck Jansz.
Bijl is evenals Jan IJsbrantsz. molenaar in
de Schermer, hij is werkzaam in de polder
Beneden GH.)
Een deel van de schulden zullen te ma
ken hebben met het overlijden van Jan
IJsbrantsz. Oude gebruiken blijven in de
i7e eeuw gehandhaafd, zoals het reeds be
sproken begrafenismaal. Buren dienen bij
stand te verlenen in geval van overlijden.
Zij leggen de dode af en baren hem op op
stro.
Jan Reijersz. mede buijerman aldaer levert
stro. Heeft deze levering te maken met dit
oude gebruik, of is het voor de dieren of
vullen van bedden of iets dergelijks be
steld.
Daarnaast is er van SijvertGerritsz. Houdt-
kooper een post voor geleverd hout. Het is
gebruikelijk om de dode in een kist te be
graven. Maar het is ook mogelijk dat het
hout door Jan IJsbrantsz. besteld is om voor
zijn pas verworven schapen een beschut
ting te maken. Dan is er nog een rekening
van Heertgen Allartsz. Schipper. Deze reke
ning heeft waarschijnlijk met vervoer te
maken. Ook hier is het niet duidelijk of dit
te koppelen is aan de begrafenis, of dat het
nog een oude schuld betreft bijvoorbeeld
voor het vervoer van personen of van kaas
naar de markt.
De overige posten betreffen textiel, deels
waarschijnlijk voor het afleggen en kisten
van de dode en het aanpassen van de kle
ding van de weduwe. Over het algemeen
wordt aangenomen dat de doden in de
176 eeuw worden begraven in een linnen
doodshemd of gewikkeld in een linnen
doek. Uit onderzoek op Spitsbergen blijkt
103